Ontwerpend onderzoek: nieuwe rol voor historische turfvaarten in drie provincies?

De turfwinning loopt als een rode draad door de geschiedenis van Groningen, Drenthe en Friesland. Een geschiedenis die ook het landschap heeft gevormd. Met een bijdrage van het Stimuleringsfonds voor creatieve industrie hebben Waterschap Noorderzijlvest en Witteveen+Bos een ontwerpend onderzoek uitgevoerd met als hoofdvraag: hoe kan het herstel van de waterverbinding in de oude turfvaarten van Groningen, Drenthe en Friesland meerwaarde bieden voor dit landelijke gebied?

Het betreffende gebied ligt op de uitlopers van het Drents plateau, waarop een veenpakket lag dat men vanaf de 16e eeuw is gaan ontginnen. Voor afwatering en transport van turf werd geïnvesteerd in het graven van turfvaarten, om te beginnen met het Leekster Hoofddiep (de oudste turfvaart van heel Groningen). In Friesland werd het gebied in de tweede helft van de 17e eeuw via de Bakkefeanster Faert ontsloten met Drachten (nu bekend als Frieschepalenvaart).

Vanaf de 19e eeuw werd de positie van de stad Groningen belangrijker als algemene compagnie en zorgden zij voor de hoofdinfrastructuur, zoals vaarten en sluizen. In die tijd werd de Jonkersvaart vanuit Groningen met een schutssluis aangesloten op de Wilpstervaart vanuit Friesland. Naast het maken van een vaarverbinding, voorkwam dit ook het droogvallen van de Jonkersvaart. In de loop der tijd hebben beide vaarten allerlei vertakkingen gekregen, zoals de Tolbertervaart naar Tolbert, de Akkermanswijk naar Marum en de Evertswijk richting Zevenhuizen.

Watersysteem als economische aanjager

Dit stelsel van vaarten en sluizen heeft een belangrijke rol gespeeld in de ontwikkeling en verbinding tussen de provincies Drenthe, Groningen en Friesland. Het watersysteem is een grote aanjager geweest voor de ontwikkeling van dorpen, bebouwingslinten en de economische welvaart. In 1982, 111 jaar na aanleg, is de vaarverbinding tussen Groningen en Friesland onderbroken, door demping van de vaart in Leek en uit gebruik nemen van sluizen. Sindsdien is het stelsel van oude turfvaarten een onderbroken watersysteem; niet bevaarbaar en ook voor de waterhuishouding opgedeeld.

Ontwerp en verbeelding als instrument

Omwille van klimaatadaptatie bestaat de wens om een robuuster watersysteem te ontwikkelen. Waarbij, onder meer, wordt gekeken naar nieuwe routes om water aan te voeren. Dit vraagt om nieuwe verbindingen. Hiervoor is met verschillende belangenpartijen verkend hoe het herstel van de waterverbinding samenhangt met opgaves rond thema’s als klimaatverandering, woningbouw- en natuuropgave en het perspectief voor recreatie, toerisme en economie.

De kijk op het systeem van oude turfvaarten verbindt partijen en overheden over drie provinciale grenzen. Ontwerp en verbeelding zijn door Witteveen+Bos ingezet om perspectieven te bespreken. In workshops is een beeld naar voren gekomen van de wijze waarop de oude turfvaarten bij kunnen dragen aan een gebied met een herkenbare landschappelijke identiteit, leefbaarheid in de kernen, economisch perspectief en haalbare klimaatdoelstellingen.

Meerwaarde herstel waterverbinding

Het inrichten van een klimaat robuust watersysteem is kostbaar. Samen met betrokken stakeholders is gekeken wat de meerwaarde van waterverbindingen via de oude turfvaarten kan zijn op het gebied van landbouw (waaronder natuurinclusieve kringlooplandbouw) en recreatie (zoals actieve vrije tijd besteding met fietsen, wandelen en varen) en waterkwaliteit en benodigde watervraag. Want het historische watersysteem biedt inspiratie: water als hoofdinfrastructuur in de dorpen en water als route door het landelijk gebied. Het project stimuleert het gesprek in Groningen, Drenthe en Friesland over de bijdrage van het watersysteem aan een natuurlijk en sociaal economisch welvarend gebied in de nabije toekomst.