Zuidasdok: Onderzoek naar bodemkwaliteit en het voorkomen van een probleemplant

Witteveen+Bos heeft voor het project Zuidasdok een bureaustudie naar de bodemkwaliteit uitgevoerd, inclusief een studie naar het voorkomen van Japanse duizendknoop, een invasieve exotische plant. Op basis van de inventarisatie is vervolgens op locatie milieuhygiënisch bodemonderzoek uitgevoerd om de bodemkwaliteit beter inzichtelijk te maken. Het voorkomen van de Japanse duizendknoop is onderzocht met een terreininspectie (schouw).

Witteveen+Bos werkt samen met Arcadis en AT Osborne (in de entiteit Ingenieursbureau Zuidasdok) aan Zuidasdok, momenteel één van de grootste infrastructurele projecten van Nederland. Het project zorgt voor een betere bereikbaarheid van Amsterdam en van het noordelijk deel van de Randstad, zowel over de weg als met het openbaar vervoer. Het project betreft onder meer een uitbreiding en herinrichting van het trein- en metrostation Amsterdam Zuid en een verbreding en (gedeeltelijke) ondertunneling van de rijksweg A10.

De buitendienststelling van delen van de A4 en A10 en een tweetal sporen in juli en augustus dit jaar (BDS2022) bood een unieke kans om onderzoek uit te voeren op locaties die moeilijk bereikbaar zijn. Witteveen+Bos heeft het bodemonderzoek en de schouw van de invasieve exoot dan ook gedurende deze periode uitgevoerd.

Schade door Japanse duizendknoop

De Japanse duizendknoop is een plant die veel schade kan veroorzaken aan infrastructuur, zoals rioleringen, funderingen van gebouwen, wegen et cetera. De plant heeft bovendien veel groeikracht en kan zich snel verspreiden. Kleine worteldelen groeien snel uit tot een volledig nieuwe plant van enkele meters omvang. Door slecht maaibeheer, grondverzet en verkoop via tuincentra heeft de plant zich door het hele land verspreid, waaronder ook in het projectgebied van Zuidasdok.

Landelijk is het inmiddels verboden de plant of grond met plantendelen te verhandelen. Dit laatste is met name voor grotere projecten met veel grondverzet een groot risico. Het is dan ook belangrijk om voorafgaand aan grondverzet inzicht te krijgen in de aanwezigheid van de plant. Dit kan door het uitvoeren van een schouw. 
 

Detectiehond

Voor het uitvoeren van de schouw heeft Witteveen+Bos samengewerkt met een gespecialiseerde onderaannemer. De schouw bestaat uit twee delen. Allereerst een visuele inspectie door een specialist, die alle zichtbare bovengrondse groeilocaties registreert en inmeet. Voor het tweede deel van de schouw is gekozen voor de detectie van ondergrondse worteldelen met een speurhond. Deze is getraind op het herkennen van de geur van de plantenwortels en herkent dus alleen de ondergrondse delen.

Het tweede deel van de schouw is als proef ingezet. De hond is aangeslagen op verschillende plekken waar geen bovengrondse delen van de plant aanwezig zijn. Deze locaties worden de komende jaren gemonitord en onderzocht om meer inzicht te krijgen in de betrouwbaarheid van deze detectiemethode.

Bodemonderzoek

Voor de uitvoering van het bodemonderzoek heeft Witteveen+Bos eveneens samengewerkt met een gespecialiseerd milieutechnisch veldwerkbureau. Via dit onderzoek is het inzicht in de bodemkwaliteit verbeterd en zijn verontreinigingen inzichtelijk gemaakt. Ook is onderzoek verricht naar de aanwezigheid van PFAS, vooral in verband met historische bluslocaties van autobranden langs de snelweg.

Voor de werkzaamheden rondom station Zuid heeft Witteveen+Bos in overleg met het bevoegd gezag  een raamsaneringsplan opgesteld. Het raamsaneringsplan geeft de mogelijkheid om, in geval van het onverwacht aantreffen van bodemverontreinigingen, maatregelen te treffen en door te gaan met de uitvoering. Dit is essentieel voor de planning en noodzakelijk om de onderzoeken tijdens de BDS2022 af te ronden. Ook voor toekomstige werken is het plan bruikbaar.

Witteveen+Bos heeft in overleg met de gemeente Amsterdam eveneens afspraken gemaakt over de handelswijze bij het (onverwacht) aantreffen van de Japanse duizendknoop tijdens graafwerkzaamheden. Hierdoor weten de uitvoerende partijen hoe zij hiermee moeten omgaan. Zo zijn er specifiek afspraken gemaakt over de wijze van saneren en het monitoren van het voorkomen van de plant.

Deel deze pagina