Milieueffectonderzoek PAWOZ – Eemshaven: belangrijke advisering in de energietransitie

Het Programma Aansluiting Wind op Zee (PAWOZ) onderzoekt routes voor de aansluitingen van de windparken in de Noordzee naar Eemshaven. De opgewekte groene stroom is cruciaal om te kunnen voldoen aan het Klimaatakkoord. De route van de aansluiting loopt echter over de Waddenzee, een Natura 2000-gebied met UNESCO Werelderfgoed-status, en daarnaast op land, onder meer over hoogwaardige landbouwgrond. Witteveen+Bos werkt met Royal HaskoningDHV aan een milieueffectrapport en een integrale effectanalyse van de voor- en nadelen van de verschillende transportroutes.

PAWOZ spitst zich in eerste instantie toe op de beschikbare routes voor distributie van stroom vanuit twee windparken boven de Waddeneilanden: Windpark Doordewind (DDW) met 4 GW capaciteit en Windpark Ten Noorden van de Waddeneilanden (TNW) als demonstratieproject met 500 MW voor waterstof. Indien gewenst kan TNW ook stroom leveren.

Eemshaven

Op termijn komen echter meer windparken in de Noordzee. Daarom wordt ook gekeken of routes ook voor de toekomst mogelijkheden bieden voor stroomkabels en/of waterstofleidingen vanaf nieuwe windparken. De routes lopen van (toekomstige) windparken op de Noordzee, door het Waddengebied, via de Waddenkust, over het vasteland naar het landelijke hoogspanningsnet bij de Eemshaven en naar het Waterstofnetwerk Nederland.

De Eemshaven is na eerdere studies geselecteerd als voorkeurslocatie waar de stroom aan land komt via kabels en/of leidingen. Dat is omdat in en rondom dit gebied al een hoogspannings- en waterstofnetwerk beschikbaar is, dat aansluiting biedt op het landelijk stroomnet en Waterstofnetwerk Nederland. Ook heeft meegewogen dat de bestaande industrie in dit deel van Groningen een grote behoefte heeft aan duurzame energie, zodat direct een forse CO2-reductie kan worden bereikt.

PAWOZ onderzoekt de routes waar voldoende fysieke- en milieuruimte is om kabels en leidingen aan te leggen. Voldoende fysieke ruimte houdt in dat de routes technisch uitvoerbaar zijn op basis van de technische vereisten en de beperkingen van de kabels en leidingen. Voldoende milieuruimte houdt in dat de routes vergunbaar zijn op basis van effectonderzoeken. 

Plan MER

De Omgevingswet schrijft bij een project van dergelijke omvang een planMER voor. Dit is een milieueffectrapport waarin de milieugevolgen van het project systematisch, transparant en objectief in beeld worden gebracht. Ook worden hierin maatregelen beschreven om negatieve gevolgen op het milieu te voorkomen of te beperken. Er wordt echter breder gekeken dan naar milieu alleen. In de door W+B en RHDHV op te stellen Integrale Effect Analyse (IEA) worden de routes ook beoordeeld op andere thema’s (zie onderstaande afbeelding).

 

Bij inpassen van kabels en leidingen in de Waddenzee is het een van de grootste uitdagingen om zo verantwoord mogelijk het Waddengebied te doorkruisen. De Waddenzee is een uniek en beschermd natuurgebied, dat ook wordt gebruikt voor andere doeleinden, zoals recreatie, visserij en scheepvaart. Andere belangrijke wegingsfactoren zijn de landschappelijke, cultuurhistorische en archeologische waarden in Noord-Nederland en de voor de pootaardappelteelt belangrijke agrarische percelen. 

Energietransitietunnels

Een bijzonder alternatief in dit programma is een energietransitietunnel. Omdat de kabels en leidingen door gevoelig Natura 2000-gebied gaan, is een alternatief uitgewerkt waarbij de kabels en/of leidingen in geboorde tunnels onder de zeebodem worden gelegd. Deze tunnels zijn ongeveer 27 kilometer lang, hebben een intredepunt op een kunstmatig eiland op de Noordzee, gaan onder de Waddenzee door, om vervolgens nabij de Eemshaven uit te treden. Een innovatief idee dat in deze vorm nog niet eerder is toegepast in de wereld. 

Om te kunnen bepalen of een energietransitietunnel in praktijk te brengen is, onderzoeken we een aantal belangrijke aspecten op het gebied van:

  • De warmteontwikkeling en koelconcepten hiervoor;
  • De gevolgen van eventuele kortsluiting, elektromagnetische beïnvloeding (EMC) en aarding;
  • Installatie: hoe grote lengtes kabel of leiding veilig en efficiënt in een tunnel te installeren;
  • Het boren van een tunnel van 27 kilometer zonder tussenpunt naar een kunstmatig eiland;
  • Onderhoudsarm ontwerp voor algemene veiligheid en veilig onderhoud.

 

De opdracht om een planMER op te stellen is door EZK gegund aan Witteveen+Bos en RHDHV vanwege onze brede kennis op de relevante specialisaties. Dan gaat het om kennis van ecologische systeem van de Waddenzee, de know how van de technische vraagstukken rond kabels en leidingen, kennis van de betrokken stakeholders en ook de affiniteit met (en het netwerk in) dit noordelijke deel van Groningen en op de Waddeneilanden. Binnen dit project werken we naast EZK ook intensief samen met TenneT, Gasunie en de provincie Groningen.

De kwalitatieve basis is gelegd door een team samen te stellen met vakspecialisten vanuit verschillende disciplines, zoals mariene ecologie, ecologie, elektrotechniek, waterstof, juristen en omgevingsmanagement. Door deze kennis en kunde te bundelen zijn we in staat om na bestuderen van de verschillende transportroutes te komen tot een advies voor de minister. Met de onderzoeken wordt de basis gelegd voor een programma waarin de minister voor Energie en Klimaat een besluit neemt over welke routes gebruikt kunnen worden voor kabels en leidingen. De oplevering van de planMER staat gepland voor eind 2024.

Deel deze pagina