Menukaart biodiversiteit voor hoogspanningsstations

Menukaart biodiversiteit voor hoogspanningsstations

Netbeheerder Stedin heeft met haar ESG-strategiebepaald op welke duurzaamheidsthema’s de meeste impact binnen de eigen bedrijfsvoering kan worden gemaakt op met name CO2-reductie, circulariteit en biodiversiteit. In opdracht van Stedin onderzocht Witteveen+Bos hoe natuurinclusief ontwerp gestandaardiseerd kan worden bij het realiseren van hoogspanningsstations. Het resultaat is de Menukaart Biodiversiteit met standaardoplossingen.  

De projecten van Stedin dragen bij aan de energietransitie en de verlaging van de nationale CO2-voetafdruk. Tegelijk hebben de bouwwerkzaamheden impact op het milieu door materiaal- en energiegebruik en CO2-uitstoot. Na de realisatie zorgen de hoogspanningsstations voor effect op de natuur door niet-natuurlijk landgebruik, belemmering van beweging van (dier)soorten door fysieke barrières in het landschap en eventueel geluidshinder en/of elektromagnetische velden.

Stedin wil vanuit haar duurzaamheidsambities versterken van de biodiversiteit goed borgen bij ontwerp en bouw van (hoogspanning)stations en heeft behoefte aan standaardoplossingen voor biodiversiteitsmaatregelen. Dit sluit ook aan bij de groeiende wens van gemeentes om stations natuurinclusief in te passen, waarbij (het behoud van) biodiversiteit een grote rol heeft. 

Als vertrekpunt voor de Menukaart Biodiversiteit diende de longlist natuurinclusieve maatregelen (infranatuur). Deze is opgesteld door Naturalis in opdracht van Stedin en hier te vinden. Uiteindelijk is niet gekozen voor één shortlist voor hoogspanningsstations, maar een shortlist per categorie. Naturalis heeft meegedacht bij deze aanpak. Om te komen tot een natuurinclusief ontwerp worden vier vragen gesteld.

Vier vragen voor natuurinclusief ontwerp

1. Op welk niveau kan dit project/deze locatie impact hebben op het ecologisch systeem?

Systeem-, netwerk of objectniveau.
 

2. Wat is mogelijk binnen het project?

Rekening houdend met onder meer bedrijfsvoering, technisch kader, locatie en wetgeving (zoals Omgevingswet ‘Beschermde gebieden’ (Natura 2000-gebieden) en ‘Beschermde soorten’, en ‘Tijdelijke Natuur’).

3. Wat is nodig voor een maatwerkontwerp dat past bij de locatie en ecologisch functioneel is?

Aansluiten op locatie met maatregelen, doelsoorten en onderlinge samenhang.
 

4. Wat zijn de afmetingen en aantallen per natuurinclusieve maatregel?

Concrete maatregelen voor dat specifieke hoogspanningsstation.

Analyse langs deze vragen maakt het eenvoudiger om te komen tot een ontwerp wat de biodiversiteit verbetert. Door biodiversiteit als een ontwerpopgave mee te nemen naast de andere projectdoelen is een integraal multifunctioneel ontwerp het resultaat.

Op basis van de haalbaarheid en de ecologische meerwaarde is een onderscheid gemaakt tussen drie categorieën maatregelen voor hoogspanningsstations:

  1. Altijd mogelijk;
  2. Met ruimte op terrein (Middelgroot + groot terrein);
  3. Enkel op het gebouw (Klein terrein);

Voorbeelden maatregelen ‘Altijd mogelijk’:

  • Bladeren laten liggen;
  • Ecologisch, natuurvriendelijk groenbeheer en ecologische onkruidbestrijding;
  • Hagen of struikgewas met hekwerk;
  • Takkenrillen, schuilplaatsen voor kleine dieren;
  • Halfverharding in plaats van bestrating;
  • Faunapassages;
  • Verrijdbare beplanting.

Voorbeelden maatregelen ‘Middelgroot + groot terrein’:

  • Bodem niet ophogen of roeren;
  • Gevarieerde biodiverse beplanting;
  • Wadi met begroeiing;
  • Vijver met of zonder begroeiing.

Voorbeelden maatregelen ‘Klein terrein’:

  • Groen(sedum)dak;
  • Bruindak.

Deze en meer maatregelen zijn in het rapport onderbouwd en uitgewerkt.

Veel kansen voor biodiversiteit

Nieuwe hoogspanningsstations bieden veel kansen om biodiversiteit lokaal te verhogen. De Menukaart Biodiversiteit helpt beleidsmakers, ontwerpers en technici om langs een heldere aanpak biodiversiteit als ontwerpopgave te integreren voor een specifiek hoogspanningsstation. Zo kunnen de juiste keuzes gefundeerd worden gemaakt om de schaarser wordende ruimte zo natuurinclusief mogelijk in te zetten, terwijl rekening wordt  gehouden met beperkingen en kaders vanuit bedrijfsvoering, techniek, veiligheid, beheer, onderhoud en kosten. Natuurinclusief ontwerp kan zo niet alleen bijdragen aan biodiversiteit, maar bijvoorbeeld ook aan het tegengaan van hittestress, wateroverlast en droogte.

 

volledig rapport

Meer weten?

<>
<>