Inventarisatie naar locaties voor Noordzee-windparken na 2030

Om de klimaatdoelstellingen van het Akkoord van Parijs te halen, moet op grote schaal offshore windenergieproductiecapaciteit worden ontwikkeld. De landen rond de Noordzee hebben nieuwe offshore windcapaciteit gepland van 55 GW tot 2030 en 20 GW3 ná 2030. Het North Sea Wind Power Hub Consortium wilde nieuwe locaties voor offshore windparken na 2030 identificeren. Samen met TNO en ECN heeft Witteveen+Bos gekeken naar de locaties voor offshore windparken na 2030.

Rekenmodel

De selectiecriteria voor dergelijke locaties omvatten techno-economische overwegingen zoals waterdiepte, windsnelheid, kosten en subsidies, bestaande ruimtelijke claims, de natuurlijke omgeving en publieke zorgen zoals zichtbaarheid. Voor dit project heeft Witteveen+Bos een cartografisch model van het Noordzeegebied ontwikkeld dat de geïntegreerde energiekostprijs (levelized cost of energy, LCoE) van potentiële offshore windparken berekent, inclusief de aanleg- en onderhoudskosten van de windparken, de netaansluitingen en de ruimtelijke ordeningskosten. Daarnaast hebben we verschillende uitroltrajecten ontworpen en de LCoE-resultaten geanalyseerd. Een van die resultaten was dat de optimalisatie van het netontwerp een grotere impact heeft op de maatschappelijke kosten van offshore windenergie dan de locatiekeuze.

Gunstiger kostprijs

Met de gestegen energieprijzen behoeft het model uit 2019 nieuwe aandacht; de uitkomsten veranderen op basis van het energieprijspeil in 2022. Het model laat zien dat veel meer locaties een gunstige kostprijs hebben dan verwacht, zelfs als negatieve neveneffecten moeten worden gecompenseerd of gemitigeerd. Windparken in de Noordzee kunnen een significante bijdrage leveren aan onafhankelijkheid van (buitenlands) gas. 

Deel deze pagina