Amsterdamse bruggen: focus op redden van de sloop

Amsterdamse bruggen: focus op redden van de sloop

Amsterdam heeft met het Programma Bruggen en Kademuren (PBK) een uitdagende opgave voor het vervangen van verouderde bruggen en kademuren in de binnenstad van Amsterdam. Inmiddels is de focus van het programma verschoven van sloop en nieuwbouw naar innovatie, renovatie en levensduurverlenging. Dit met het oog op kosten, duurzaamheid (materiaalgebruik) en het beperken van overlast voor de omgeving. W+B heeft in ieder geval aangetoond dat twee bruggen gered kunnen worden van de sloop.

De gemeente Amsterdam huisvest meer dan 800 bruggen, waarvan de staat sterk varieert. Uit onderzoek van de gemeente blijkt dat ongeveer de helft van de bruggen een gemiddeld tot hoog risicoprofiel heeft, vaak veroorzaakt door de staat van de houten paalfundering. Om de veiligheid en mobiliteit in de stad te borgen voor de komende 30 jaar moeten deze bruggen worden vervangen of versterkt.

Witteveen+Bos heeft binnen het PBK de opdracht gekregen om van drie bruggen te onderzoeken of de levensduur verlengd kan worden. Deze bruggen stonden oorspronkelijk op de rol om vernieuwd te worden. Voor één van de bruggen lag zelfs al een ontwerp voor sloop en nieuwbouw klaar.

De gemeente Amsterdam is verantwoordelijk voor in 872 bruggen en 600 kilometer kademuren. Veel van deze bruggen en kademuren zijn in slechte staat. Een flink deel ervan bevindt zich in de historische binnenstad.

De opgave is groot, complex en zal vele jaren in beslag nemen. Het biedt ook kansen voor de toekomst. Zoals het vernieuwen en vergroenen van kades en straten, met meer ruimte voor fietsers en voetgangers. Of het verminderen van de overlast van het zware vrachtverkeer door meer vervoer over water te stimuleren, zoals dat vroeger ook plaatsvond.

Gezien de complexiteit van deze opgave zet Witteveen+Bos een grote verscheidenheid aan expertises in, zoals kosten(beheersing), technische expertise (3D in RFEM en DIANA), duurzaamheid/circulariteit, geotechniek, constructie en omgevingsmanagement.

Bepalen van optimale bouwmethode

Begin 2023 analyseerde Witteveen+Bos de bewuste bruggen op basis van de ‘CROW-CUR Aanbeveling 124:2019 Constructieve veiligheid bestaande bruggen en viaducten van decentrale overheden’.

Uit deze analyse blijkt dat voor deze bruggen levensduurverlengende maatregelen genomen kunnen worden. Via een trade-off-matrix, waarin criteria worden afgewogen als kosten, impact op de omgeving, planning en risico’s, hebben onze experts vervolgens bepaald welke bouwmethode de beste is.

De resultaten van deze fase waren voor de gemeente Amsterdam dermate overtuigend dat de bruggen niet meer als sloop/nieuwbouw, maar als renovatie zijn aangemerkt. Voor twee van deze bruggen is Witteveen+Bos inmiddels met het renovatie-ontwerp gestart en de derde brug volgt. Zo lijken deze bruggen gered te worden van de sloop.

Snoekjesbrug: complexe fasering

De Snoekjesbrug is het eerste object waarvoor we het ontwerpproces hebben opgestart. De brug overspant de Snoekjesgracht, gelegen op circa 2,5 kilometer van het Centraal Station. Het probleem is een sterke degradatie van de paalfundering, waardoor zowel het horizontale als het verticale draagvermogen in de toekomst niet gewaarborgd kan blijven.

Met het plaatsen van vier schroefinjectiepalen door de bestaande landhoofden én het plaatsen van betonnen oplegbalken wordt de huidige fundering van de integraalconstructie ontlast. Na een succesvolle afronding van het voorlopig ontwerp zijn we momenteel (medio 2024) bezig met het definitief ontwerp.

De rekenkundige uitdagingen zijn: de complexe fasering, onder andere door het vijzelen van de constructie en de daaruit volgende krachtswerking. De constructie bestaat namelijk uit een metselwerk onderbouw uit 1888 en een betonnen integraaldek uit 1983. Deze delen moeten zowel in de eindfase als tijdens het vijzelen goed samenwerken. Vanwege de complexiteit maakt het ontwerpteam gebruik van een 3D eindig-elementenmodel (RFEM) waarin de volledige geometrie van de constructie is gemodelleerd. In het eerste kwartaal van 2025 is de uitvoering beoogd.

Brug Utrechtsestraat/Herengracht: sterke degradatie houten palen

Voor de brug van de Utrechtsestraat over de Herengracht blijkt uit onze analyse dat enkel voor de vleugelwanden de constructieve veiligheid niet aangetoond kan worden. Ook bij deze brug geldt dat de houten palen sterk gedegradeerd zijn. Aangezien dit probleem zich bij veel bruggen en kademuren voordoet, wordt gekeken naar een oplossing die breed ingezet kan worden binnen Amsterdam.

Voor dit object zal de maatregel gaan om het plaatsen van stalen buispalen Ø219 door de bestaande metselwerk wanden waarbij een verbinding wordt gevormd door grout (cement en water). Er wordt een dubbele palenrij aangebracht waarbij de hart-op-hart afstand van de palen in breedte en diepte 1,0 meter is. Voor dit object geldt dat we een voorlopig ontwerp hebben opgesteld. Medio 2024 wordt ook voor dit object gestart met het definitief ontwerp.

Meer informatie

<>
<>