Dit is een project met een veelbelovende toekomst voor mijn land

Aigul Mussakanova

Voor alle betrokken collega's is dit een bijzonder en uitdagend project. Ik heb heel veel geleerd

Tatyana Li

We hebben de kennis, de tools en de morele verplichting om ook in dit project aan duurzaamheid te werken

Rob Nieuwkamer
Gepubliceerd op 20 maart 2017

Cargo Transportation Route Kazachstan

De capaciteit van het Tengiz olieveld, in het noordwesten van Kazachstan, wordt door Tengizchevroil LLP (TCO) sterk uitgebreid. Het olieveld ligt behoorlijk afgelegen. Om de beoogde capaciteitsgroei te behalen, zijn nieuwe faciliteiten nodig. Hiervoor worden geprefabriceerde modules, elk met een gewicht tot 2.000 ton, vanuit de hele wereld per schip aangevoerd tot in de Kaspische Zee. Witteveen+Bos ontwerpt een transportroute - de Cargo Transportation Route (CaTRo) - om deze modules van dit ondiepe deel van de Kaspische Zee naar het olieveld te kunnen vervoeren. Het is een groot en complex project vol uitdagingen.

We maken de consequenties van ontwerpkeuzes zo goed mogelijk inzichtelijk

De infrastructuur en faciliteiten in het betreffende gebied in Kazachstan zijn beperkt. CaTRo brengt hier verandering in. De schepen die de modules vervoeren, hebben een diepgang tot 3,5 meter diep. Deze schepen moeten door de Kaspische Zee kunnen navigeren. Hiervoor wordt een 71 kilometer lang en 62 meter breed kanaal, met aan weerszijden 32 grote kunstmatige eilanden gerealiseerd. Aan de noordoostkust van de Kaspische Zee wordt een geheel nieuwe haven van 15 hectare aangelegd met diverse voorzieningen om de zware modules veilig te kunnen overladen. Vanuit deze nieuwe haven worden de modules vervoerd over een nieuw wegennetwerk van in totaal bijna 32 kilometer lang. Een onderdeel van dit wegennetwerk is een dijk met een lengte van meer dan 14 kilometer. Ook wordt een groot terminalterrein aan de route aangelegd, met waterfabriek en -zuivering en een accommodatie voor meer dan 500 man personeel. Egbert Teunissen, projectleider vanuit Witteveen+Bos, is trots op het projectteam: ‘Er moet heel veel werk worden verzet. We hebben te maken met een enorme opdracht, een strakke planning, een complexe organisatie, diverse vergunningen en veel wijzigingen’.

Om zoveel werk te kunnen verzetten, hebben meer dan tweehonderd Witteveen+Bos’ers vanuit Nederland en Kazachstan aan het project gewerkt. Zo wisselt Egbert vier weken in Kazachstan af met vier weken in Nederland. In de weken dat hij in Nederland is, neemt zijn collega Johan Lijftogt het over en andersom. Ze dragen hun werk aan elkaar over en staan altijd voor elkaar klaar. Egbert: ‘Bij dergelijke uitdagende en veeleisende projecten heb je echt een partner nodig. Johan en ik hebben de afspraak gemaakt dat we elkaar 24 uur per dag kunnen bellen, want soms moet je even je verhaal kwijt.’ De uitdaging is niet alleen om het project zo goed mogelijk te realiseren binnen de gestelde tijd, maar ook zo duurzaam mogelijk. Dirk de Kramer, projectadviseur bij Witteveen+Bos, noemt een aantal voorbeelden van ontwerpkeuzes die tot duurzamere oplossingen hebben geleid: ‘Zo hebben we bijvoorbeeld de vormen en de afmetingen van de 32 kunstmatige eilanden aangepast, omdat dit beter was voor onder andere de vismigratie. Ook zijn er oplossingen aangedragen om ‘zero discharge policies’ mogelijk te maken en hebben we bij materiaalkeuzes rekening gehouden met transportafstanden’. Binnen een project van deze omvang optimale beslissingen nemen, heeft onmiddellijk veel impact. Dirk overdenkt: ‘Of een project duurzaam is of niet, vind ik te zwart-wit. De context speelt altijd een rol. Als ingenieur hebben we niet altijd invloed op of een project wel of niet zal plaatsvinden, maar we kunnen wel consequenties van ontwerpkeuzes inzichtelijk maken, de beste alternatieven aandragen en duidelijke, waardevolle adviezen geven’. Het voor ogen houden van de belangen van gemaakte ontwerpkeuzes, het verzetten van zoveel werk en het hoofd bieden aan de uiteenlopende uitdagingen vereist een intensieve samenwerking. Zeker als er zoveel Witteveen+Bos’ers aan werken, met vijftien onderaannemers, voor twee opdrachtgevers en vanuit zes landen. ‘Echt teamwork’ noemt Egbert als belangrijke succesfactor: ‘We moeten hard werken en soms ook hard zijn, maar ik vind het ook belangrijk om oog voor elkaar te houden en te zien wat nodig is. Het geeft extra energie om te zien hoe het team groeit. In een groot en complex project als CaTRo groei je bovendien als persoon ook’.

Deel deze pagina