Kamp Nieuw-Milligen vergunbaar maken

Kamp Nieuw-Milligen vergunbaar maken
Het Ministerie van Defensie gaat het Korps Mariniers verhuizen naar Kamp Nieuw-Milligen (KNM), een bestaand defensieterrein. Vanwege hedendaagse eisen en de behoefte aan een passende functionele kazerne voor het Korps Mariniers is er een nieuw ontwerp nodig voor de kazerne. Dit betekent onder meer dat de capaciteit hoger wordt en de bestaande bebouwing grotendeels wordt vervangen. De uitdaging? Hoe krijg je binnen de geldende wetgeving (stikstof, doelsoorten en ruimtelijke inpassing) het - nog abstracte - project vergund?
In 2020 besloot het toenmalige kabinet om het Korps Mariniers te verhuizen van de huidige kazerne in Doorn naar Kamp Nieuw-Milligen in de gemeente Apeldoorn. Het terrein moet geschikt worden gemaakt voor de huisvesting van circa 2.250 gebruikers met bijbehorende functies zoals werken, wonen, sport en alle benodigde logistiek. De verhuizing betekent dat de kazerne grondig aangepast moet worden voor de nieuwe gebruikers, wat - los van de realisatie - een toename van bebouwing en verkeersbewegingen met zich meebrengt.
Witteveen+Bos is nauw betrokken bij het voortraject van dit project. Hierin leveren we de omgevingsmanager en bieden we ondersteunende diensten, zoals onderzoek (o.a. geohydrologisch, archeologisch, stikstofdepositie) en het opstellen van sloopbestek van het bestaande vastgoed.

Realisatie via publiek private samenwerking
Het omgevingsmanagement is vooral gericht op de overheid/vergunningverlenende instanties. De groene zone rondom het terrein werkt als een buffer voor de omgeving. Maar de verwachte toename van verkeer is bij omwonenden een zorgpunt. Ook ligt het terrein deels in en nabij het Natura 2000-gebied de Veluwe, wat mogelijk bezwaren op kan leveren vanwege stikstof en/of beschermde diersoorten.
Dit kan gevolgen hebben voor de planning van de kazerne. Het Ministerie van Defensie en het Rijksvastgoedbedrijf (RVB) gaan voor de realisatie van de kazerne uit van een publiek private samenwerking (PPS) en hanteren daarvoor een DBFMO-overeenkomst (Design, Build, Finance, Maintain, Operate). Dit betekent dat de opdrachtnemer het project financiert en het ontwerp, de bouw, het onderhoud en de exploitatie optimaal op elkaar zijn afgestemd. De PPS heeft ook consequenties voor het vergunningentraject. Zo moeten vergunningen die cruciaal zijn voor de realisatie van de kazerne naar voren worden gehaald.
Extra stappen
Omdat de D van design nog niet heeft plaatsgevonden - er is nog geen marktpartij in beeld - ligt er nog geen (voorlopig) ontwerp ter beoordeling door vergunningverlenende instanties. Witteveen+Bos heeft daarom op basis van de beschikbare functionele eisen een vertaalslag gemaakt waarin onder meer aangegeven wordt hoe het terrein eruit komt te zien en welke inspanningen nodig zijn om de kazerne te realiseren.
Omdat deze vertaalslag bij gebrek aan ontwerp niet volledig en accuraat kan zijn, zijn aanvullende maatregelen gewenst. In dit licht heeft de opdrachtgever besloten om vrijwillig een milieu-effectrapportage (MER) op te stellen. Dit om inzicht te geven in de bestuurlijke afwegingen die zijn gemaakt in de keuze van de locatie en het milieubelang mee te nemen in de besluitvorming.
In de MER, opgesteld door Witteveen+Bos, zijn verschillende ontwerpvarianten meegenomen die uiteenlopen op relevante parameters zoals bouwoppervlak (bouwhoogte), parkeren/mobiliteit en energie/duurzaamheid.
Aanvullende maatregelen
De ligging bij de Veluwe vereist dat er goed gekeken moet worden naar mogelijke effecten van het project op het ecosysteem, bijvoorbeeld naar bepaalde (bedreigde) doelsoorten die op of nabij het terrein leven. Van belang is dat mogelijk aanvullende maatregelen worden getroffen die in eerste instantie niet wettelijk vereist zijn, maar wel comfort bieden aan vergunningverleners en andere stakeholders. Daarbij is te denken aan extra opvangplekken voor vleermuizen of kwaliteitsverbetering van aanwezige natuurwaarden. Kortom, het voortraject van de realisatie van de nieuwe kazerne vereist een strategische aanpak waarbij, binnen de aangegeven ruimtelijke kaders, tegemoetgekomen wordt aan de belangen van diverse stakeholders.
Meer informatie
