Gepubliceerd op 02 november 2021

Het moonshot van Luc Kohsiek: Binnen 10 jaar serieus richting doelen 'Parijs'

In 1962 maakte president John F. Kennedy met een inspirerende, gedurfde speech - ook bekend als de ‘Moonshot speech’ - de Verenigde Staten rijp voor een kostbaar maar zeer succesvol ruimtevaartprogramma, een programma waarin duizenden Amerikanen hun kennis, inzichten en energie samenbalden om de eerste mens voet op de maan te laten zetten. Ook in het waterbeheer kunnen we vandaag de dag wel wat ‘moonshot thinking’ gebruiken. Als afsluiting én voortzetting van de webinarreeks ‘Klimaatrobuuste Watersystemen’, vragen we een aantal mensen uit de wereld van de wetenschap en het waterbeheer naar hun persoonlijke moonshot en de inzet die ze daarvoor plegen. Deze keer: Luc Kohsiek.

Luc Kohsiek (1953) begon op 1 januari van dit jaar - op 67-jarige leeftijd - aan zijn derde zesjarige ambtstermijn als dijkgraaf bij het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier. Kohsiek is tevens voorzitter van STOWA, het kennniscentrum van de waterschappen dat dit jaar 50 jaar bestaat. Hij is een echte oude rot in het watervak, die je niet direct zult betrappen op grote woorden. Dat wil niet zeggen dat hij geen ambities heeft. Integendeel.

Wie bent u en wat drijft u als waterschapper?

'Ik ben sinds 2009 dijkgraaf van Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier en sinds 2013 voorzitter van STOWA. Van huis uit ben ik fysisch geograaf. Al sinds mijn vroegste jeugd ben ik geïnteresseerd in de fysieke wereld om mij heen. Dat heb ik van mijn opa. Ik ging als kind vaak naar hem toe, een keuterboertje langs de Linge. Hij had een paar koetjes, een boomgaard en wat akkerbouwgrond. Opa leefde met de seizoenen, met het weer, met de grond. Van hem heb ik geleerd dat je de natuur heel goed kunt gebruiken voor eigen nut, maar ook dat je dat met respect moet doen. Op een duurzame manier. Je moet meebewegen met de natuur.'

Wat is uw moonshot?

'Het beperken van de CO2-emissie is in mijn ogen de grootste klimaatopgave waar we voor staan. De Nederlandse overheid wil in 2030 49 procent minder CO2 uitstoten ten opzichte van 1990. In 2050 moet dat 95 procent minder zijn. Mijn moonshot is dat we over tien jaar zichtbaar op weg zijn dit doel te bereiken, en daarmee zicht houden op de doelen uit het klimaatakkoord van Parijs: het beperken van de opwarming tot 1,5 graad Celsius. Lukt dat niet, dan komen we, ook in het waterbeheer, op onbekend en gevaarlijk terrein.'

Wat is daar voor nodig?

'Het hoogheemraadschap is in Noord-Holland de op drie na grootste energieverbruiker. Dat brengt verantwoordelijkheden met zich mee. Ik ben er trots op dat ons bestuur zich tot doel heeft gesteld om als waterschap in 2025 klimaat- en energieneutraal te zijn. Daarvoor hebben we de afgelopen periode al ongeveer 100 duizend zonnepanelen geplaatst, en we zijn bezig met het voorbereiden van de plaatsing van enkele windmolens om dat doel te bereiken. Maar, zoals iedereen weet, daar wordt de praktijk al weerbarstiger.'

Welke bijdrage kunt u als dijkgraaf leveren?

'Ik heb in ons bestuur een warm pleidooi gehouden voor de energie- en klimaatneutraliteit in 2025. Het is misschien een kleine druppel op een grote gloeiende plaat, maar we hebben alle druppels nodig. Ook die van het hoogheemraadschap. Verder zijn we als waterschap volop bezig met allerlei adaptatiemaatregelen. Daarbij zoeken we het niet in harde structuren, maar in nature based solutions. Dat heb ik van opa.'

'In Hoorn hebben we bijvoorbeeld gekozen om voor de bestaande Markermeerdijk een nieuwe oeverdijk aan te leggen die tevens functioneert als stadsstrand. Op Texel hebben we een deel van de Waddenzeedijk versterkt met een drie kilometer lange zanddijk in de Waddenzee. Zo combineren we veiligheid met meer natuur, terwijl we tegelijk kostbare landbouwgrond binnendijks sparen. Het idee bij alles is: we werken samen met, in plaats van tegen de natuur. Deze zomer bleek in Limburg hoe goed dat werkt; de Ruimte-voor-de-Rivierprojecten hebben de provincie voor veel verder onheil behoed.'

En als mens?

'Wij hebben zonnepanelen op ons dak liggen. Ik rijd een hybride auto. We maken er thuis een sport van zo weinig mogelijk energie te gebruiken. We eten geen vlees, en denken heel goed na voordat we een vliegtuig pakken. Dat doen we alleen nog als we incidenteel intercontinentaal reizen.'

Tot slot: een vraag van de vorige 'moonshotter' Karin Snel

Onderzoeker Karin Snel, de vorige moonshotter, gaf aan dat waterschappen nog te vaak sussende woorden spreken als er weer eens ergens wateroverlast is geweest. Dat leidt bij de meeste burgers niet tot een gevoel van urgentie, het gevoel dat ze zelf ook iets kunnen en moeten doen om wateroverlast te beperken. En dat terwijl burgers volgens haar ook veel zelf kunnen doen. Zij vroeg zich af hoe u daar als dijkgraaf tegen aan kijkt.

'Ik ben het helemaal met haar eens. Onze communicatie loopt achter bij de feitelijke situatie. Ter verdediging: bedenk dat in de jaren tachtig buien van 40 mm in een uur ongeveer de ergste buien waren die we konden verwachten, nu zijn het buien van 80 mm. Wij kunnen het als waterschap gewoon niet meer altijd en overal droog houden. Dat moeten we beter communiceren. We moeten bovendien aangeven dat boeren, burgers en buitenlui zelf ook veel kunnen doen om de oorzaken van klimaatverandering aan te pakken, maar ook om de gevolgen te beperken. Bijvoorbeeld door zelf in huis maatregelen te treffen. We moeten anders gaan communiceren om andere partijen in de actiestand te krijgen, en dat gaan we op korte termijn ook doen.'

Deel deze blog