eDNA als kompas voor toekomstig waterherstel

Van signalering naar voorspellend ecologisch inzicht

eDNA als kompas voor toekomstig waterherstel

Gepubliceerd op {{ $filters.formatDateWithYear(1759096800000) }}

In juni van dit jaar won Witteveen+Bos met het project eDNA Meets Toxiciteit zowel de jury- als de publieksprijs van De Vernufteling 2025. De innovatieve methode, waarbij DNA uit watermonsters inzicht geeft in de impact van chemische verontreiniging op onderwaterleven, werd geprezen als baanbrekend voor de ecologische monitoring van de toekomst. Maar voor het projectteam was de prijswinst niet het eindpunt, eerder het begin van een nieuwe vraag: hoe nu verder?

De waarde van eDNA

Het bijzondere van eDNA - in dit geval genomen uit watermonsters - is dat het niet chemische verontreiniging meet, maar het eff ect ervan op het leven. In elk watermonster zit genetisch materiaal van honderden soorten – van algen tot vissen. Door patronen te herkennen in de aanwezigheid of afwezigheid van soorten, ontstaat een beeld van hoe een ecosysteem reageert op verontreinigingen. Dat maakt eDNAdata tot een krachtige indicator, niet alleen voor de huidige staat van een ecosysteem, maar ook voor toekomstige risico’s.

‘Met eDNA kunnen we ecosystemen als het ware aflezen,’ zegt moleculair ecoloog Frederike Bijlmer. ‘In plaats van te kijken welke normen overschreden worden, zien we wat het leven zelf ons vertelt. Die biologische respons is vaak de beste maat voor ecologische gezondheid én een vroege waarschuwing als het mis dreigt te gaan.’

De noodzaak van voorspellend ecologisch inzicht

De vraag ‘hoe nu verder?’ wordt steeds urgenter, zeker na recente internationale ontwikkelingen. Tijdens de VN Oceaantop, die in juni plaatsvond in Nice, stond één thema centraal: hoe houden we de oceanen leefbaar in een tijd waarin menselijk handelen, zoals bodemvernietiging door sleepnetten en overbevissing, samen met klimaatverandering en vervuiling leidt tot verlies van biodiversiteit? De bijeenkomst onderstreepte wat binnen het eDNA-project al langer speelt: we moeten verder kijken dan het hier en nu. Van monitoren naar voorspellen. Van signaleren naar begrijpen. En vooral: van achteraf herstellen naar tijdig ingrijpen.

Complexe druk

Binnen het vervolgonderzoek richt Witteveen+Bos zich op een nog grotendeels onontgonnen terrein: de ecologische effecten van een combinatie van meerdere factoren. Ecosystemen hebben zelden last van één vervuiler, maar worden blootgesteld aan een mix van pesticiden, medicijnresten, verzilting, plastic, nutriënten, hittestress en veranderingen in habitat. Wat die complexe druk precies doet met de biodiversiteit is moeilijk te voorspellen, en juist dat maakt vroegtijdig inzicht zo cruciaal.

‘Toxische druk is bijna nooit een geïsoleerd probleem,’ zegt ecoloog Sebastiaan Schep, initiatiefnemer van het project. ‘Ecosystemen reageren op een combinatie van invloeden. Die reacties zijn vaak subtiel, maar wel zichtbaar in het leven dat verdwijnt of juist opkomt. En precies dáár zit de waarde van eDNA: het laat zien wat er in het systeem verandert, soms al voordat je de oorzaak kunt aanwijzen.’

De volgende stap: zoutwater aanpakken

Een van de speerpunten in het vervolg is het verbreden van de methode naar zoutwatersystemen: kustgebieden, estuaria en delen van de Noordzee. Tot nu toe lag de nadruk vooral op zoet water, maar de urgentie in zoute gebieden is minstens zo groot. Denk aan overbevissing, verzuring, temperatuurstijging, plastic afval, olie- en chemische vervuiling en lozingen van landbouwafvoer. Juist in die dynamische gebieden kunnen vroege ecologische signalen het verschil maken tussen behoud en achteruitgang. Maar alleen meten is niet genoeg: die signalen moeten worden vertaald naar concrete acties.

‘Zoutwatermonitoring met eDNA is veelbelovend, maar nog beperkt in grootschalige toepassing,’ zegt Frederike. ‘In wetenschappelijk onderzoek zijn al belangrijke stappen gezet, maar buiten de academische wereld wordt de methode nog weinig toegepast. Deze ecologisch rijke en kwetsbare gebieden vereisen vroege signalen om herstelacties effectief te laten zijn.’ De kracht van Witteveen+Bos ligt, net als bij zoetwater, in het toepassen van eDNA in de praktijk: niet in het lab, maar in samenwerking met waterbeheerders in rivieren en sloten, en op termijn ook in mariene gebieden.

Vooruitkijken: samenwerken aan behoud en herstel

De ambitie is om met eDNA niet alleen vast te stellen of herstel mogelijk is, maar ook wanneer een systeem het kantelpunt nadert. Die voorspellende waarde vraagt om samenwerking tussen ecologen, datawetenschappers, chemici en hydrologen – precies de multidisciplinaire benadering waarin Witteveen+Bos zich thuis voelt.

Het project sluit naadloos aan op de bredere maatschappelijke opgaven van dit moment: de doelen van de Kaderrichtlijn Water, de Europese Green Deal, de mondiale biodiversiteitsstrategie en de klimaatopgaven van kustlanden. Maar vooral raakt het aan een fundamentele verschuiving in hoe we met natuur omgaan. Niet langer als iets wat we alleen beschermen wanneer het zichtbaar verslechtert, maar als iets waarmee we in dialoog gaan via data, modellen en dus DNA.

Sebastiaan Schep vat het samen: ‘De prijzen van De Vernufteling waren een prachtige erkenning, maar nu begint het echte werk. Met eDNA willen we niet alleen meten, maar tijdig handelen voor behoud én herstel van onze watersystemen.’

Meer weten?

<>