‘Ik ben geboren onder de rook van Rotterdam en opgegroeid in Friesland. Daar heb ik leren zeilen en dat doe ik nog steeds met veel plezier. Al is de keuze voor civiele techniek vooral een kwestie van afstrepen geweest. Pas tijdens die studie ben ik erachter gekomen wat me het meeste trekt: waterbouw. Ik studeerde af op hoogwaterbescherming en kwam er daarna achter dat ik haven- en scheepvaartprojecten nog leuker vind. Dat werk vind ik dynamischer en de doorlooptijd is korter. Daarnaast hebben we te maken met commerciële belangen. Immers: een kademuur onder constructie betekent geen omzet voor de terminal operator. Onze planningen zijn vaak erg strak, terwijl we technisch ingewikkelde dingen bedenken. Dat vind ik een leuk krachtenveld.’

‘Andersom helpen studenten ons ook. Naast mijn werk bij Witteveen+Bos werk ik gemiddeld één dag per week aan de TU Delft, bij de vakgroep havens en scheepvaartwegen. Ik ben betrokken bij de onderwijsontwikkeling, geef colleges en begeleid afstudeeronderzoeken. Het is een leuke afwisseling met mijn dagelijkse werk. En een nuttige. Het biedt de gelegenheid om praktijkvragen waar we niet aan toekomen, alsnog beantwoord te krijgen. Zo deden onlangs twee studenten onderzoek naar abnormaal vaargedrag. De vraag is: kunnen we op basis van de locatiegegevens van schepen verdachte of ongewenste situaties aan het licht krijgen. Een relevante kwestie; om ongelukken te voorkomen en ook met het oog op de toenemende sabotage op het water van bijvoorbeeld data- en stroomkabels. De studenten hebben inmiddels belangrijke stappen gezet om dit mogelijk te maken.’