Leidse warmtetransitie met Rotterdams restwarmte

Leidse warmtetransitie met Rotterdams restwarmte

Leiden wil haar warmtenet verduurzamen. Op dit moment is een fossiele elektriciteitscentrale de warmtebron van het Leidse net. Restwarmte uit de haven van Rotterdam moet zorgen voor duurzamere energie. Hiervoor heeft Leiden een station nodig dat de warmte ontvangt, opslaat en distribueert. Witteveen+Bos heeft in opdracht van Vattenfall deze centrale - Warmtecentrale A44 - ontworpen met het oog op leveringszekerheid, duurzaamheid en veiligheid.

In 2050 wil de gemeente Leiden elke wijk aardgasvrij hebben gemaakt. Huizen en gebouwen worden dan niet meer met aardgas verwarmd. Voordat het zover is, moeten er nog veel stappen gezet worden, aldus de gemeente.

Een stap is het inzetten van restwarmte die afkomstig van energie-intensieve industrie, zoals de (petro)chemie, en afvalverbrandingsinstallaties. Bedrijven op het havengebied van Rotterdam produceren meer dan voldoende restwarmte, die wordt geloosd in de Maas of via koeltorens verdwijnt in de atmosfeer.

WarmtelinQ: Zuid-Hollandse warmtesnelweg

Met de komst van WarmtelinQ, een warmteleidingennetwerk vanuit de Rotterdamse haven naar nabijgelegen steden in Zuid-Holland, krijgt Leiden ook een aansluiting. Deze restwarmte moet wel worden ingevoerd in het bestaande Leidse warmtenetwerk dat wordt geëxploiteerd door Vattenfall.

Warmtecentrale A44, genoemd naar de nabijgelegen snelweg, zal de restwarmte ontvangen, opslaan en verder het warmtenetwerk inleiden. De restwarmte wordt gebruikt voor de base load, waarbij op piekmomenten warmtebuffers/-opslag en door aardgas opgewekte warmte ‘bijspringen’.

Enorme buffertank

Warmtecentrale A44 bevat twee grote platenwarmtewisselaars die de restwarmte overdragen en fungeren als een fysieke barrière. Drie aardgasgestookte ketels met een vermogen van ruim 33 MWth per stuk (vergelijkbaar met het vermogen van 20.000 waterkokers) verzorgen de piek en back-up van de warmtevraag. De ketels kunnen in de toekomst omgebouwd worden naar waterstofketels of worden vervangen door elektrische boilers. Een 30 meter hoge Heat Accumulatie Tank (HAT) buffert restwarmte en zorgt ervoor dat het warmtenet op druk blijft, zelfs bij een lekkage.

Ideale warmtemix

Witteveen+Bos heeft het definitieve ontwerp van de warmtecentrale verzorgd. Een uitdaging was om de procesinstallatie in te passen binnen het bestaand ontwerp van het gebouw, met voldoende ruimte voor onderhoud of een eventuele vervanging van de gasketels door e-boilers of waterstofketels. Leveringszekerheid is een belangrijke parameter in het procesdesign. Deze is geborgd door de opslag/buffercapaciteit, het bij kunnen schakelen van gasboilers en een back-up stroomvoorziening. Flexibiliteit is een must, bijvoorbeeld in geval van onderhoud of uitval.

De Warmtecentrale A44 wordt naar verwachting in 2027 in gebruik genomen. Deze zal ongeveer 10.000 huishoudens en 200 grootverbruikers bedienen.

Fotocredits: Moen & van Oosten architekten/visualisatie: CIIID

Meer informatie

<>