Gebiedsvisie Maashorst: natuur en recreatie in balans
Gebiedsvisie Maashorst: natuur en recreatie in balans
Hoe kom je tot een breed gedragen gebiedsvisie voor een uniek natuur-, recreatie- en landbouwgebied met tal van stakeholders? Voor natuurgebied De Maashorst hebben we de gemeente Maashorst, ondersteund om met alle betrokken partijen in een gestructureerd proces samen een toekomstvisie te vormen waar iedere stakeholder zich in kan vinden.
De Maashorst is een van de grootste aaneengesloten natuurgebieden van Noord-Brabant. Het gebied, 2400 hectare groot, wordt gekenmerkt door een prachtige, rustige natuurkern, bossen en heidevelden, stuifduinen, vennen en oude dreven.
De natuurkern van het gebied wordt omgeven door een continu veranderend landschap en de kernen van de gemeenten Bernheze, Maashorst en Oss: elk met een eigen cultuur, historische schatten en unieke kenmerken. De zogenaamde eerste en tweede ring rondom de natuurkern zijn bestemd voor respectievelijk recreatie/kleinschalige landbouw en de bebouwde omgeving van de omliggende gemeentes.
Uitdagingen
Het goede nieuws is dat De Maashorst zich de afgelopen jaren voorspoedig heeft ontwikkeld op gebied van biodiversiteit. Het gebied kent wel enkele uitdagingen die de aangesloten gemeentes (Maashorst, Schaijk, Uden, Zeeland, Bernheze en Oss), Staatsbosbeheer en het waterschap Aa & Maas willen adresseren in de gebiedsvisie, zoals een watertekort als gevolg van droogteperiodes en het balanceren van de druk op de schaarse ruimte.
Kijkje in het verleden
Het proces naar een gebiedsvisie begon met een landschapsecologische systeemanalyse (LESA) en een inventarisatie van recent beleid van het gebied. Een LESA is een hulpmiddel om meer inzicht te krijgen in het ontstaan en het huidig functioneren van een (natuur)gebied of een beheertype in historisch, fysisch-geografisch en ecologisch opzicht, aangevuld met cultuurhistorische aspecten (aanwezigheid van eeuwenoude begraafplaatsen). Met de inzichten vanuit de LESA kunnen we processen,patronen en verbanden tussen vegetaties en standplaatscondities verklaren. Daarnaast geeft het een idee van de mogelijkheden van het gebied voor natuurherstel. Uit deze historische inzichten komen perspectieven voor de toekomst naar boven drijven.
Beleidsanalyse
Het ontwikkelen van een gebiedsvisie is ook een kwestie van voortborduren op bestaand beleid. Er is veel informatie over De Maashorst, die we voor een groot deel hebben gebruikt voor de gebiedsvisie, zoals het MaashorstManifest, het Natuurplan De Maashorst, de Watervisie Maashorst en het Inrichtings- en beheerplan 2015- 2019. Ook hebben we knelpunten, kwaliteiten, opgaven en kansen voor De Maashorst in kaart gebracht vanuit het bestaande beleid, aangevuld met de resultaten uit het participatieproces. Dit gaf een helder beeld van wat nodig is in het gebied.
Thematische benadering
Vanuit het MaashorstManifest hebben we de thema’s overgenomen en aangevuld die richtinggevend zijn voor de gebiedsvisie 2050:
- natuur: ontwikkelen van de natuurkern door natuurlijke processen, in samenhang met goed beheer en begrazing. Er is alle ruimte voor de mens om te genieten en tot rust te komen. Er zijn ook genoeg plekken waarin de kwetsbare natuur en de rust van dieren zijn veiliggesteld;
- water: herstel van het water- en bodemsysteem is een belangrijke basis voor natuurontwikkeling in het natuurgebied. Het tegengaan van verdroging en het herstel van wijst (kwel) zorgt voor de unieke ontwikkeling van het landschap.
- landschap: ontwikkelingen sluiten aan bij de kernkwaliteiten van het gebied, met behoud van de identiteit van elke streek;
- cultuurhistorie: in de natuurkern liggen dreven, historische paden die de kernen Uden en Schaijk en Nistelrode en Zeeland met elkaar verbinden. De verbinding tussen stad en land/natuur behouden is belangrijk.
Participatie
Participatie, binnen de Omgevingswet een belangrijke voorwaarde, is geborgd via een Raad van Advies en de Gebruikersraad (recreanten, agrariërs, ondernemers et cetera). Daarnaast hebben we op verschillende locaties bijeenkomsten georganiseerd om input te verzamelen voor de gebiedsvisie. Bewoners, recreanten, ondernemers en boeren vertelden over de knelpunten en kwaliteiten van het gebied en voerden discussies over de toekomstplannen voor het gebied. Deze inzichten gebruikte de projectgroep om hoofdthema’s voor de visie te bepalen. Op basis van die thema’s zijn keuzes gemaakt en principes uitgewerkt.
Aangescherpte conceptvisie
De conceptvisie en principes zijn vervolgens aan stakeholders gepresenteerd. Op basis van hun reacties is de conceptvisie vervolgens aangescherpt. Wanneer de gebiedsvisie voor 2050 eenmaal is vastgesteld, stellen we een Inrichtings- en beheerplan (IBeP) op voor de uitvoering. Dit is een plan met een looptijd van zes jaar. Hierin staat welke (beheer)maatregelen in de eerste zes jaar worden genomen. Na zes jaar kan de koers in het volgende IBeP waar nodig worden bijgesteld. Voor de concrete uitvoering van de (beheer)maatregelen worden jaarplannen opgesteld.