Verkenning VAWOZ

Wat zijn de kansrijke aanlandingslocaties voor windenergie?

Verkenning VAWOZ

Het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) is het Programma Verbindingen Aanlanding Wind Op Zee (VAWOZ) 2031-2040 gestart. Dit programma onderzoekt hoe we in Nederland tussen 2031 en 2040 windenergie aan land kunnen brengen en kunnen aansluiten op het hoogspanningsnet. Met als belangrijke voorwaarde zo min mogelijk gevolgen voor mens en natuur. In dit traject heeft Witteveen+Bos de voorverkenning van VAWOZ 2030 uitgevoerd en zo de kansrijkheid van aanlandingslocaties onderzocht.

Om de klimaatdoelstellingen te halen is het nodig om naast de windenergiegebieden uit de Routekaart 2030 tot en met 2030 ook aanvullende windparken op zee te realiseren. In het Klimaatakkoord is voor 2030 een reductie van de CO2-uitstoot van 49 % ten opzichte van 1990 als doel gesteld. Hiervoor is 11,5 GW aan windenergie op zee nodig.

Meer wind op zee nodig

Deze doelstelling is door de Europese Unie verder aangescherpt naar een reductie van de CO2-uitstoot van 55 % ten opzichte van 1990, waardoor nog meer windenergie op zee nodig is. Dit is de aanleiding van de Verkenning Aanlanding Windenergie Op Zee (VAWOZ) 2030.

Verbindingen Aanlanding Wind op Zee 2031-2040 onderzoekt hoe voor de periode 2031-2040 de energie van (nog te bouwen) windparken op zee aan land kan worden gebracht in de vorm van elektriciteit of waterstof. Het ministerie van EZK zoekt naar de best geschikte locaties.

In opdracht van EZK heeft Witteveen+Bos in 2021 en 2022 de voorverkenning VAWOZ 2030 uitgevoerd om inzicht te krijgen in de wijze waarop energie van de aanvullende windenergiegebieden het beste aan land kan worden gebracht. Dit gebeurt door het selecteren van kansrijke alternatieven en tracévarianten door middel van een trechterproces in vier stappen.

Multidisciplinair projectteam

In de VAWOZ 2030 zijn 40 tracévarianten onderzocht tussen de aangewezen aansluitlocaties en windenergiegebieden/zoekgebieden. Dit omvat nog aan te wijzen potentiële windenergiegebieden of gebieden aangewezen voor herbevestiging binnen het aanvullend ontwerp programma Noordzee. Afhankelijk van het onderzochte windenergiegebied/zoekgebied is ook de kansrijkheid van de diverse vermogens onderzocht voor de periode tot en met 2030.

Alle tracévarianten zijn integraal geanalyseerd door een multidisciplinair projectteam met experts op de relevante werkterreinen. De hoofdthema’s milieu, techniek, kosten, toekomstvastheid, systeemintegratie en omgeving vormden het fundament bij de beoordelingen.

In het verlengde hebben we ook een afwegingsnotitie opgesteld. Deze afwegingsnotitie geeft een samenvattende, feitelijke weergave van de kansen, belangen en aandachtspunten die spelen bij de verschillende alternatieven voor aanlanding van windenergie van zee.

Stoplichtenmethode

Om overzicht en inzicht te geven hebben we de thema’s vertaald naar een effectenanalyse waarbij is gewerkt met de stoplichtenmethode, waarbij de risico’s zijn vertaald naar rood, oranje of groen. Dit is gedaan voor de thema’s milieu, techniek en systeemintegratie. Voor de thema’s kosten en toekomstvastheid zijn geen rode beoordelingen gegeven. Het thema omgeving is voorzien van een kwalitatieve beoordeling waarbij diverse aandachtspunten en risico’s zijn aangedragen. De thema’s omgeving, kosten en toekomstvastheid zijn nader toegelicht als aandachtspunten.

Milieu is een belangrijk hoofdthema bij het opstellen van het effectenonderzoek VAWOZ 2030. In een beoordelingskader voor milieu is toegelicht in hoeverre effecten op het milieu zijn te mitigeren en/of de gevolgen van invloed zijn op de besluitvorming. Onze experts hebben gewerkt langs de volgende onderscheidende milieuaspecten:

  • natuur
  • hydrodynamica en morfologie
  • scheepvaart
  • landschap
  • UNESCO
  • aardkundige waarden
  • landbouw.

Vervolg op VAWOZ

Dit betekent dat bij meerdere tracévarianten onder meer de gevolgen voor nabijgelegen Natura 2000-gebieden zijn beoordeeld langs mogelijke significante effecten als habitataantasting (vergraving), vertroebeling/sedimentatie/erosie, verstoring en elektromagnetische velden, en gevolgen voor beschermde soorten. Met in het verlengde de beoordeling of nader onderzoek is gevraagd of de significante effecten zijn te mitigeren.

Inmiddels zijn de onderzoeksresultaten van VAWOZ 2030 vastgesteld en gepubliceerd en wordt door ons gewerkt aan PAWOZ, het Programma Aansluiting Wind op Zee dat de router onderzoekt voor de aansluitingen van de windparken in de Noordzee naar Eemshaven. De adviezen en alle onderzoeken worden meegenomen in het besluit dat de staatssecretaris van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat neemt over de kabelroutes voor aanlandingen die verder onderzocht worden in ruimtelijke procedures.