Ontwikkeling zoetwatergetijdennatuur Sliedrechtse Biesbosch

Zoetwatergetijdennatuur is door de vele inpolderingen zeer schaars geworden. Dit heeft gevolgen voor flora en fauna die in sommige gevallen specifiek is voor deze gebieden. Vandaar dat Rijkswaterstaat, in het kader van de Kaderrichtlijn Water (KRW), zoetwatergetijdennatuur wil versterken en de waterkwaliteit verbeteren, zoals in de Sliedrechtse Biesbosch. Witteveen+Bos gaat in dit gebied, samen met BWZ Ingenieurs, minimaal 60 hectare aan zoetwatergetijdennatuur ontwikkelen: een unieke ecologische en landschappelijke opgave.

Het zoetwatergetijdengebied van de Sliedrechtse Biesbosch is een zeldzaam fenomeen dat alleen in deltagebieden voorkomt. In geval van dit gebied staat het in open verbinding met de zee via de Nieuwe Waterweg en Haringvliet. Het opkomende water op zee stuwt de zoetwaterafvoer van de rivieren steeds zo’n 50 kilometer het rivierengebied op. Als het dan vervolgens op zee weer eb wordt, valt deze druk weg en stroomt het rivierwater weer weg. Het gevolg is dat het gebied overstroomt bij vloed en droogvalt bij eb, hierdoor ontstaat een gebied met slikken en gorzen. Deze golfbeweging faciliteert een biodiverse habitat, met een vegetatie die kenmerkend is voor zoetwatergetijdennatuur en een welkom ‘thuis’ voor vogels en vissen.

Integrale afweging voor gebiedsbepaling

In de eerste fase van het project zijn potentiële locaties geïdentificeerd en afgewogen. De locaties zijn  beoordeeld op effectiviteit: de bijdrage aan de KRW (gebieden met een grote getijslag), en op de impact op N2000, Natuur Netwerk Nederland (NNN), beschermde flora en fauna, veiligheid, ruimtelijke kwaliteit, grondposities, draagvlak van de omgeving, duurzaamheid en kosten.

Hieruit zijn vier locaties geselecteerd waarin in totaal 64 hectare gerealiseerd wordt.
Voor deze deelgebieden hebben we het ontwerp opgesteld. Hierbij is integraal gewerkt: vanuit ecologie is het ontwerp opgesteld om een optimale habitat te ontwikkelen voor flora en fauna. Via hydraulische modellering is het ontwerp geoptimaliseerd en is de impact op de scheepvaart en impact op het getij in de Biesbosch en waterkwaliteit onderzocht. Verder zijn er studies uitgevoerd naar onder meer recreatie, archeologie, flora en fauna en is het ontwerp hierop aangepast. Ook is het omgevingsmanagement uitgevoerd.

Stromingsminnende vis

In twee deelgebieden zijn stromende nevengeulen gepland die geschikt zijn als paai- en leefgebied voor stromingsminnende vis, zoals serpeling en kopvoorn. Ook trekvissen, zoals zalm en rivierprik, kunnen hier foerageren. Verder wordt het gebied ingericht met een intergetijdenzone, met slikken, gorzen, riet, biezen en ooibos. Dit is een belangrijke pleisterplaats en foerageergebied van onder meer de grutto, lepelaar, visarend en zeearend. Eilanden zijn ontworpen om te zorgen voor variatie en om golfwerking en erosie te beperken. Voor een van de gebieden zal door ontpoldering het gebied weer aangesloten worden op de Merwede. Voor de twee andere deelgebieden is een vispassage en natuurvriendelijke oever voorzien.

Projectbesluit

Voor het ontwerp wordt een projectbesluit opgesteld, conform de Omgevingswet die sinds 1 januari 2024 van kracht is.

Meer informatie

<>