Stikstofproblematiek vraagt om maatwerk en samenwerking

APPM, Witteveen+Bos en VanWaarde bieden integrale gebiedsgerichte aanpak voor landelijk gebied

Gepubliceerd op {{ $filters.formatDateWithYear(1655762400000) }}

De publicatie van de stikstofbrieven vrijdag 10 juni onderstreepte nog maar eens de urgentie. Nederland moet in sneltreinvaart op zoek naar een nieuwe balans tussen natuurherstel en een gezonde (agrarische) economie. We staan aan de vooravond van een enorme transitieopgave die we alleen in gezamenlijke aanpak kunnen realiseren.

Om tot gedragen oplossingen te komen kiezen APPM, Witteveen+Bos en VanWaarde voor maatwerk én stakeholder-participatie bij het samenstellen van de gebiedsagenda’s voor het landelijk gebied. Niet praten óver de boeren, maar mét de boeren. Essentieel is dat in het proces ruimte wordt gereserveerd om elkaar te kennen en te begrijpen, om zo gezamenlijk de transitie vorm te geven.

Deze integrale aanpak en onze inzet en betrokkenheid is direct beschikbaar voor provincies, gemeenten en waterschappen. Om zo per gebied proactief te zorgen voor het succesvol ontwikkelen en uitvoeren van een integrale gebiedsagenda. De scope omvat de actuele vraagstukken rond de depositie van stikstof, maar zeker ook de thema’s die in het verlengde liggen zoals de doelen voor waterkwaliteit (KRW), droogte, achteruitgang van biodiversiteit, de zorg voor Natura 2000-gebieden en landschapsherstel.

''Uniek is dat de essentiële stakeholderparticipatie is verankerd in een integrale aanpak''

 

Vanuit onze gezamenlijke visie hebben we als samenwerkende partners een ontwikkeltraject ontworpen, waarbij we feiten en data koppelen aan wensen en mogelijkheden van de lokale stakeholders. Deze koppeling is essentieel om op gebiedsniveau te komen tot de juiste oplossingen voor deze complexe vraagstukken op het snijvlak van natuur en economie. Het proces wordt gevoed door technisch-inhoudelijke informatie enerzijds en ideeën en wensen van gebiedspartners anderzijds. We zetten elke stap samen. Het gebied en de primaire opgaven staan daarbij centraal, met als basis een robuust bodem- en watersysteem.

Uniek in onze aanpak is dat de essentiële stakeholderparticipatie is verankerd in een integrale aanpak, waarbij wordt gekeken naar alle opgaven in het bewuste gebied. Het proces is opgedeeld in drie fasen met heldere tussenresultaten. In de voorbereidende fase zorgen we voor een stevige basis die vooral bestaat uit scherp krijgen van beoogde doelen, scope en aanwezige stakeholders. Al vroegtijdig tijdens de onderzoeksfase gaan we in gesprek met de inwoners en ondernemers in het gebied.

Deze stap naar voren helpt om de motivatie en de situatie van deze mensen te kennen en biedt een fundament om van elkaar te leren en het onderling vertrouwen te laten groeien. In de vormende fase is stakeholder-participatie gewaarborgd met het organiseren van werkateliers. De scenario’s voor de gebiedsagenda’s bespreken we gezamenlijk met hen die het aangaat. Samen toetsen en scherpen we de scenario’s verder aan, waarbij feiten en opgaven het fundament van het gesprek vormen. Dit fundament wordt verzorgd door het rekenteam, dat tijdens alle fases verantwoordelijk is voor het toetsen en doorrekenen van de scenario’s.

APPM, Witteveen+Bos en VanWaarde geloven dat samen laten komen van beleidsdoelen en stakeholderbelangen de sleutel is tot gedragen gebiedsagenda’s op maat, waarmee natuur en (agrarische) economie in balans komen.

Ontwikkeltraject: in drie fasen tot een gebiedsagenda op maat

Voor de uitvoering hanteren APPM, Witteveen+Bos en VanWaarde een projectaanpak met 3 fasen met elk 2 stappen. Elke fase heeft een duidelijk doel en levert concrete resultaten op.

1. Voorbereidende fase

Het doel is samen met de opdrachtgever zorgen voor een gedeeld inhoudelijk beeld van de opgave en de basis leggen voor de samenwerking. Met onder andere een gebiedsbezoek, Project StartUP (PSU) en inzet van ons project- en rekenteam komen we tot een gedragen beeld- en een uitgangspuntennotitie (incl. gebiedsafbakening) en participatieplan op maat per gebied.

Maatwerk analyse: voor het specifieke (landelijke) gebied worden de relevante condities voor de gebiedsagenda rond het (Natura2000) gebied in kaart gebracht. Denk hierbij aan lopende infrastructurele programma's, aanwezige (agrarische) ondernemers, kenmerken/ uitdagingen/ specificaties bodem, begroeiing en water, gebiedsontwikkeling.

Rekenteam: een team van financieel en inhoudelijk specialisten bouwt en beheert het AERIUS-model, de maatschappelijke kosten- en batentool én registreert alle maatregelen die worden ondergebracht in de scenario's per gebiedsagenda. Het rekenteam is tijdens de drie fases doorlopen actief om de effecten en haalbaarheid van de scenario’s door te rekenen en te toetsen.

2. Onderzoekende fase

Samen met alle belanghebbenden is het doel om verschillende toekomstperspectieven te ontwerpen. We onderzoeken hoe bestaande initiatieven en het gebiedsproces elkaar kunnen versterken. We doen dit door individuele en in kleine groepen gesprekken te voeren. Gebaseerd op een breed scala aan informatie ontwikkelen we meerdere scenario’s per (deel) gebied. Hierin nemen we op hoe de stakeholders zich verhouden tot de scenario's.

De combinatie van een ontwerpende aanpak met de inbreng van de kennis van de gebiedspartners en het benutten van gezamenlijke expertise, is het fundament voor een evenwichtige en herkenbare Gebiedsagenda per gebied.

Persoonlijke gesprekken: we gaan het gebied in om in gesprek te gaan met de stakeholders die in de voorbereidende fase zijn geïdentificeerd, zoals boeren en andere belanghebbenden. Het is belangrijk om de motivatie en de situatie van deze mensen te kennen en van elkaar te leren. De uitkomsten zijn belangrijke input voor de gebiedsagenda’s. Ook wordt in deze gesprekken onderzocht hoe bestaande initiatieven en het gebiedsproces elkaar kunnen versterken.

3. Vormende fase

Doel is het komen tot een voorkeursscenario per gebied. Het scenario bevat voorkeurs oplossingsrichtingen met maatregelen die doelbereik realiseren. Per gebied organiseren we meerdere werkateliers. Het voorkeursscenario vertalen we naar de uiteindelijke gebiedsagenda.  

Op weg naar optimale afstemming tussen de verschillende ambities en opgaven in een gebied, zoeken we naar versterkende, maar zeker ook naar conflicterende zaken. Ook brengen we de bijbehorende keuzes en consequenties in beeld. Beschikbare data verrijken we met individuele en groepsgesprekken.

Werkateliers: tijdens sessies in de gebieden zelf worden de scenario’s collectief voorgelegd aan belanghebbenden in de gebieden. Dit biedt ruimte aan het (onderlinge) gesprek, geeft inzicht in de effecten en kosten van maatregelen, ook toetsen, valideren en verrijken we de scenario's vanuit het perspectief van de belanghebbenden. We wegen gezamenlijk de haalbaarheid, doelmatigheid en doeltreffendheid van de scenario’s, gebaseerd op feitelijke data. Met als doel een gedragen gebiedsagenda afgestemd op het specifieke gebied.