Hergebruik van assets: hoe vlieg je dit aan?

Nieuws Gepubliceerd op {{ $filters.formatDateWithYear(1702854000000) }}

Rijkswaterstaat (RWS) wil vanaf 2030 volledig klimaatneutraal zijn, minder inzetten op gebruik van primaire grondstoffen en circulair werken om haar CO2-emissies te verlagen. Als een van de grootste assetbeheerders in Nederland kan RWS een aanzienlijke bijdrage leveren aan nationale emissiereductiedoelstellingen. Daarvoor heeft de organisatie de Strategie Klimaatneutrale en Circulaire Infrastructuur (KCI) opgesteld, waarin hoogwaardig hergebruik een van de opties is. Copper8 en Witteveen+Bos hebben, samen met RWS, onderzocht wat de kansen, implicaties en randvoorwaarden zijn van het inzetten op hoogwaardig hergebruik.

De assets en werkzaamheden van Rijkswaterstaat hebben een aanzienlijke klimaatimpact en vergen veel materiaal. In haar projecten gebruikt Rijkswaterstaat op jaarbasis onder meer 2.237 kton asfalt en 347 kton beton. Het overgrote deel van de materialen van Rijkswaterstaat ligt vast in bestaande assets, waaronder kunstwerken. Bij het identificeren van de kansen en implicaties voor hergebruik ligt daarom de focus op kunstwerken. Doel van het advies van Copper8 en Witteveen+Bos is om RWS een basis te bieden voor haar hergebruikstrategie. Hierbij spelen verschillende factoren een rol: het objecttype (geheel, onderdelen, grondstoffen), de interne organisatie van RWS, duurzaamheidsimpact, kosten-batenanalyses, de markt en externe ontwikkelingen (zoals regulering).

Toelichting Schema 3: Externe maatschappelijk-economische ontwikkelingen kunnen hoogwaardig hergebruik positief dan wel negatief beïnvloeden. In het rapport worden vijf positieve en een negatieve factor geïdentificeerd. In algemene zin voorzien de auteurs dat de externe condities gunstiger worden voor hoogwaardig hergebruik.

Maatwerkaanpak

In het onderzoek zijn zeven objecttypes geselecteerd (zie schema 01). Daarbij hebben W+B en Copper8 de objecten geanalyseerd vanuit uiteenlopende invalshoeken. Van belang is de technische hergebruikpotentie. Is het gehele object herbruikbaar? Zo ja, op welk niveau: vergelijkbare of lagere functionaliteit?

Daarnaast is het volumepotentieel per object berekend, de klimaat- en milieu-impact per functionele eenheid en de financiële haalbaarheid (business case). ‘Een belangrijke conclusie is dat hergebruik een maatwerkaanpak vereist’, aldus Rob Dijcker, adviseur circular & net zero solutions bij W+B. ‘Voor sommige objecttypes, zoals damwanden, geleiderails en portalen, is het potentieel hoog. Deze objecttypes zijn verregaand gestandaardiseerd, demonteerbaar en hebben een relatief eenvoudig te bepalen technische staat. Stalen bruggen daarentegen zijn vanuit technisch perspectief beperkt geschikt voor hergebruik, onder meer door vermoeiingsproblematiek, het naderen van het einde levensduur en inpassingsproblemen. Het zijn immers veelal unieke objecten.

Consequenties voor de praktijk

Sommige objecten, bijvoorbeeld ondergrondse betonconstructies, kunnen beter verwijderd worden. Deze komen ook niet in aanmerking voor hoogwaardig hergebruik. Andere objecten zijn gemakkelijker te demonteren en te bewerken. ‘Het is goed dat we inzicht hebben gekregen in deze praktische issues’, stelt Barbara Kuipers (RWS). ‘Wat betekent het concreet als we bepaalde objecten deels of geheel willen hergebruiken en wat levert het onder de streep op in termen van klimaatimpact en milieuwinst?

Opslag is een aspect dat zeker aandacht verdient. Het vervoeren en opslaan van objecten en materialen klinkt eenvoudig, maar kan in de praktijk complex zijn. Neem bijvoorbeeld het beslag op beperkte ruimte. Ook een uitdaging: welke partijen gaan dit voor hun rekening nemen en wat zijn geschikte locaties? Deze en nog meer specifieke vragen komen om de hoek kijken.’

Marktanalyse

Naast de technische en de meer pragmatische aspecten is een marktanalyse verricht voor de zeven objecttypes. ‘We hebben in onze analyse gebruikgemaakt van het markttransformatiemodel (zie schema 02), zoals dit ook binnen het Ministerie van I&W wordt ingezet’, zegt Sybren Bosch van Copper8. ‘Vanuit dit model hebben we voor elk objecttype gekeken in welke fase van transformatie de markt zich bevindt vanuit het oogpunt van hoogwaardig hergebruik. Per objecttype zien we dat de marktdynamiek rondom hergebruik anders is. In sommige gevallen is er al een markt, bijvoorbeeld voor stalen damwanden. Deze zijn relatief gemakkelijk elders in te zetten, soms wel in een lagere functieklasse, en hergebruik heeft een business case.’ 

Helder overzicht

Voor andere objecttypes daarentegen is een volwassen markt nog ver weg. Stalen bruggen worden momenteel nauwelijks hergebruikt. Dit is onder te meer te wijten aan specifieke maatvoeringen die niet een-op-een overdraagbaar zijn bij plaatsing op een andere locatie. Kuipers: ‘De fasen van markttransformatie bieden ook handvatten om te bepalen wat RWS kan doen om de ontwikkeling richting hergebruik te versnellen. Met andere woorden: welke rol kunnen we voor ieder objecttype het beste innemen in specifieke marktontwikkelingsfases? In het beginstadium zouden we bijvoorbeeld pilots op kunnen zetten met (private) partners. In latere marktontwikkelingsstadia, bijvoorbeeld in de opschalingsfase, kunnen we opgedane inzichten gebruiken om te standaardiseren.’ 

Organisatiebrede adviezen

Los van een objectspecifieke aanpak zijn acties nodig die betrekking hebben op de organisatie, in dit geval van RWS. Copper8 en Witteveen+Bos geven Rijkswaterstaat drie adviezen om hergebruik in te bedden in de werkprocessen:

  1. aansturen van projecten op het toepassen van hergebruik, zowel in de plan- als realisatiefase. Daar maakt RWS nu voorzichtig een begin mee;
  2. sturen op hergebruik borgen in bestaande functies. Dit houdt in onder meer het definiëren van nieuwe rollen en verantwoordelijkheden, bijvoorbeeld het organiseren van opslag of matching van vraag en aanbod;
  3. ontwikkelen van een afsprakenstelsel voor datadelen in de GWW en het verbeteren van eigen areaalinformatie. Momenteel heeft RWS nog onvoldoende zicht op de assets, onderdelen en materialen.

Solide basis

Hoogwaardig hergebruik in de GWW heeft een beloftevolle toekomst. Voor sommige objecten is al een markt, voor andere objecten/kunstwerken is het voorlopig nog een toekomstdroom. De rol van de publieke sector is nog steeds gevraagd, met name bij objecttypes waarbij nog aanvullend onderzoek nodig is of in de pilotfase. ‘Het onderzoek heeft een solide basis gelegd voor de publieke sector om met hoogwaardig hergebruik in de GWW aan de slag te gaan’, volgens Kuipers. ‘RWS deelt het rapport dan ook graag met andere publieke overheden. Zij kunnen hiermee hun voordeel doen. Het wiel hoeft niet opnieuw te worden uitgevonden.’