Reactie op second opinion over de MKBA verbreding Kornwerderzandsluis
Voor het plan om de Kornwerderzandsluis in de Afsluitdijk te verbreden, voerde Witteveen+Bos een maatschappelijke kosten-batenanalyse (MKBA) uit. Met de MKBA is berekend of de sluisverbreding de Nederlandse maatschappij ten goede zou kunnen komen. Deze informatie kan gebruikt worden voor beleidsbeslissingen. De uitkomst van de MKBA was dat de sluisverbreding economisch voordeel op zou kunnen leveren voor met name jachtbouwers en ook short sea verladers. Op deze MKBA heeft het Centraal Planbureau (CPB) een second opinion uitgevoerd. Hierin uitten zij kritiek op de gehanteerde gegevens. Hierover is in juni 2019 in de media bericht, kort nadat minister Van Nieuwenhuizen van Infrastructuur en Waterstaat bekendmaakte dat de verbreding door zal gaan.
Juiste welvaartseffecten
Volgens het CPB worden in de MKBA van de verbreding van de Kornwerderzandsluis de juiste welvaartseffecten in beeld gebracht, namelijk economische ontwikkelbaten in plaats van vervoersbaten welke doorgaans het belangrijkste effect vormen van infrastructuuraanpassingen. Voor de berekening van dit genre baten zijn echter geen ervaringscijfers beschikbaar van dezelfde wetenschappelijke kwaliteit als de ervaringscijfers die beschikbaar zijn voor de raming van vervoersbaten.
Vertrouwen in databron
Doordat de in de MKBA gehanteerde cijfers afkomstig zijn van belanghebbenden, trekt het CPB de betrouwbaarheid ervan in twijfel, ondanks de beschikbare bewijsstukken- de financiële bijdragen van bedrijven aan het project- en uitgevoerde realiteitschecks. De belangrijkste batenpost betreft extra opdrachten voor de refits van superjachten. CPB vreest dat deze post lager kan uitpakken dan geraamd doordat zij onder concurrentiedruk uitdooft en/of gedeeltelijk naar het buitenland afvloeit. Behoud van kennisvoorsprong en versterking van de concurrentiepositie wordt door het CPB niet tot de mogelijkheden gerekend, terwijl dat juist het belangrijkste argument is voor de sluisverbreding. In plaats van uitdoving is het ook mogelijk dat de refitbranche juist groeit, waardoor baten groter zijn dan nu geraamd. Uit narekening volgt overigens dat het kostenbatensaldo pas negatief wordt als 80 % van de refitbaten wegvalt. Een significante toename van werkgelegenheid wordt volgens zowel de MKBA als CPB’s Second Opinion niet verwacht.
Afweging mogelijk
Aangezien de MKBA terechte effecten in beeld brengt en transparant is over de herkomst van de gebruikte gegevens, mag dan ook niet geconcludeerd worden dat de MKBA van onvoldoende kwaliteit is om tot een afweging over sluisverbreding te komen. Wie het vertrouwen heeft dat de bedrijven de refitbaten grotendeels zullen realiseren, kan sluisverbreding als aantrekkelijke investering beoordelen. Wie hier geen vertrouwen in heeft zal sluisverbreding als een riskante investering beoordelen en liever wachten tot de A’dam Route in de toekomst (na 2040) nagenoeg vanzelf ontstaat als gevolg van regulier onderhoud aan sluizen en bruggen. Gedeputeerde Kielstra en minister van Nieuwenhuizen maakten dan ook wel een afweging en schoven de Second Opinion van het CPB terzijde.
+ Neem voor meer informatie contact op via communicatie@witteveenbos.com