Impulsprogramma Rijkswaterstaat stimuleert circulair werken
Rijkswaterstaat heeft de doelstelling om in 2030 50 % minder grondstoffen te verbruiken en circulair te werken. In het Impulsprogramma Circulaire Economie (2017- 2020) worden diensten en producten ontwikkeld om circulair werken te bevorderen. Witteveen+Bos heeft in opdracht van Rijkswaterstaat enkele projecten binnen dit Impulsprogramma uitgevoerd.
Handleiding Circulair ontwerpen in het MIRT-proces
In langdurige processen als het Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT) is er nú al een urgentie om circulaire ontwerpafwegingen te maken. 2030 en zeker 2050 lijken nog ver weg, maar de keuzes die op dit moment worden gemaakt werken zeker 10 jaar, en soms meer dan 50 jaar, door. De handleiding is geschreven vanuit twee invalshoeken en doelgroepen:
- Het toepassen van circulaire ontwerpprincipes op objectniveau (ontwerpers en beheerders)
- Het creëren van ruimte voor circulair ontwerpen in het MIRTproces (beleidsmakers en adviseurs).
De belangrijkste principes preventie, waardebehoud (bestaande objecten) en waardecreatie (nieuwbouw) zijn vertaald naar acht circulaire ontwerpprincipes met praktische tips, vuistregels en voorbeelden. Een zo’n tip is om in een landschap- en beeldkwaliteitsplan, dat voorafgaat aan het technisch ontwerp, geen (esthetische) eisen op te nemen die het toepassen van gerecycled beton onmogelijk maken. Per MIRT-fase is beschreven wat men van initiatiefase tot en met aanbesteding kan doen om ruimte te creëren voor circulair ontwerpen. Het doel is om te voorkomen dat vroeg in het MIRT-proces (bewust of onbewust) keuzes worden gemaakt die het toepassen van circulaire ontwerpprincipes in een latere fase onmogelijk maken (lock-in). Parallel met het opstellen van deze handleiding werkte Witteveen+Bos aan de verbreding van de A58 (InnovA58) waar met behulp van de handleiding ook een circulair ontwerp wordt gemaakt.
Projectleider Rob Dijcker: ‘Onbewust gebeurt er al veel: we nemen levensduurverlenging mee in ontwerpen en er wordt niet zomaar iets gesloopt. Maar om voor meerdere levenscycli te ontwerpen moet je verwachtingen voor toekomstig gebruik aannemelijk maken. Als dat lukt, maak je als ontwerper wel ineens de slag van waardevernietiging naar waardebehoud en waardecreatie. Daarnaast is hergebruik van kunstwerken, levensduur verlengen of uitstellen niet iets waarmee je prijzen wint: iets nieuws ontwerpen en bouwen is gewoon gaaf en daar ben je ook voor opgeleid. Het wordt tijd dat de ‘hergebruiker’ de nieuwe held wordt’.
Materialenpaspoort Beatrixsluis
Een typische tool voor hergebruik van componenten of materialen is het materialenpaspoort. Voor de uitbreiding en renovatie van de Prinses Beatrixsluis onderzocht Witteveen+Bos samen met de aannemerscombinatie Sas van Vreeswijk welke (beslis)informatie nodig is voor hoogwaardig hergebruik van materialen en waar in de bouwketen deze informatie beschikbaar is. Door de juiste informatie over objecten vast te leggen in een materialenpaspoort, blijft deze informatie behouden en worden kansen voor hergebruik vergroot.
Hergebruik Lekbrug
Een ander Witteveen+Bos-project binnen het Impulsprogramma is het onderzoek naar hergebruik van de overbodig geraakte stalen boogbrug over de lek bij Vianen. In een onderzoek is de duurzaamheidswinst en financiële winst van hergebruik aangetoond. De aanbesteding voor traditionele sloop is ingetrokken, omdat de brug mogelijk kan worden hergebruikt.