Elektriciteit uit water
Een studie naar het nationaal potentieel voor 2030 en 2050
CE Delft en Witteveen+Bos hebben in opdracht van STOWA, Rijkswaterstaat en het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat geïnventariseerd wat de potentie is van duurzame energie uit water voor de toekomstige energievoorziening. Ook is gekeken naar de mogelijke effecten van die duurzame energiewinning op het watersysteem.
Conform het klimaatakkoord moet in 2030 70 % van de elektriciteit worden opgewekt uit duurzame bronnen. In 2050 moet de elektriciteitsvoorziening volledig duurzaam zijn. Een ruime 10 % van onze vraag naar elektriciteit kunnen we uit water halen. De technieken die direct ingezet kunnen worden en een noemenswaardige bijdrage kunnen leveren aan de doelstellingen voor duurzame elektriciteitsopwekking in 2030 zijn: zon-PV op meren en waterkracht bij stuwen bij grote rivieren, beken en waterlopen. Deze technieken hebben volgens het rapport voor 2030 een gezamenlijk maatschappelijk winbaar potentieel van circa 2 % van de landelijke elektriciteitsvraag.
Ook flexibiliteit door slim malen is direct inzetbaar. Een aantal technieken zijn potentieel interessant maar behoeven tot 2030 vooral opschaling, met bijvoorbeeld pilots, om verdere techniek- en/of prijsontwikkeling te stimuleren. Samen hebben zij een technisch potentieel van circa 9 % van de landelijke elektriciteitsvraag. Het gaat om energie uit zoet-zout verschillen, getijdenenergie met verval bij waterkeringen, getijdenenergie met stroming, golfenergie, zon-PV op zee. Voor flexibiliteit is de opschaling van conversie naar groene waterstof interessant.
Daarnaast zijn er grootschalige projecten, zoals getijdenenergie met Dynamic Tidal Power en pompopslag in valmeer, met een grote technische potentie. Daarvan moet de ruimtelijke en ecologische inpasbaarheid eerst serieus onderzocht en afgewogen worden. Het rapport, in opdracht van de waterbeherende overheden, biedt een vertrekpunt voor de routekaart ‘Elektrische energie uit water’, die minister Wiebes op verzoek van de Tweede Kamer heeft toegezegd. De routekaart kan samen met de energiesector, watersector, kennisinstellingen en bedrijven leiden tot een investerings- en innovatieagenda.