Dijkversterking Wolferen-Sprok: anticiperen op nieuwe stikstofregels
Dijkversterking Wolferen-Sprok: anticiperen op nieuwe stikstofregels
Het is begin 2019. Het ontwerpteam De Betuwse Waard, waar Witteveen+Bos deel van uitmaakt, start met het uitwerken van de dijkversterking Wolferen-Sprok. Er wordt hard gewerkt aan de voorbereiding van de vergunningsaanvraag Natuur. En dan is er de PAS-uitspraak van de Raad van State, die de voortgang van het project ernstig dreigt te frustreren. Het ontwerpteam schiet in een hogere versnelling om met deze nieuwe situatie om te gaan. Het helpt dat bij de start van de samenwerking al is geanticipeerd op de mogelijkheid dat de stikstofregels zouden veranderen. Het ontwerpteam werkt als ‘bouwteam’ intensief aan de opdracht om de 13 kilometer lange dijkversterking met minder stikstofuitstoot te realiseren.
Wijnand Jelier, manager projectbeheersing Wolferen-Sprok vanuit opdrachtgever Waterschap Rivierenland en Alice Esmeijer, ecoloog bij Witteveen+Bos, zitten er tot over hun oren in: het bedenken van maatregelen om de stikstofdepositie die dit project veroorzaakt te mitigeren of te compenseren. Alice: ‘Een grote uitdaging. Binnen Witteveen+Bos hebben we goed geanticipeerd op het vallen van het PAS, waardoor we bij aanvang van deze projectfase het risico hebben geïdentificeerd en opgenomen in het risicodossier. Dus toen de Raad van State op 29 mei vorig jaar met de uitspraak kwam dat het PAS juridisch geen stand houdt, konden we overstappen op een andere planning en ons plan B.’
Bewijzen
‘Daarmee is het probleem nog niet opgelost’, vervolgt Alice. ‘In Den Haag werden de beleidsmakers behoorlijk verrast door de RvS-uitspraak. Er stonden dan ook geen richtlijnen klaar over hoe hiermee om te gaan, zodat de projecten door konden gaan. Landelijk wordt bijvoorbeeld het door de overheid beschikbaar gestelde model Aerius gebruikt voor het berekenen van de stikstofuitstoot. Toen het PAS ‘viel’, is Aerius maandenlang uit de lucht geweest voor aanpassingen en kon je dus geen berekeningen maken. Het PAS stelde Aerius verplicht, maar sinds de RvS-uitspraak is elke verwijzing ernaar uit de wetteksten verwijderd. Nu mag je eigenlijk alles gebruiken, als je maar kan bewijzen dat het goed is. Daar zijn we sindsdien hard mee bezig.’
Deadline
Wijnand: ‘De dijkversterking Wolferen-Sprok wordt gefinancierd vanuit het landelijke Hoogwaterbeschermingsprogramma. Daar zitten bepaalde voorwaarden aan, zoals een duidelijke deadline wanneer het project klaar moet zijn. Overschrijding van die deadline is een kostbare zaak.’
Alice: ‘We hebben daarom gekozen voor een aanpak met meerdere oplossingsrichtingen en we berekenen of er in de huidige situatie eigenlijk een probleem is. Daarnaast kijken we naar mogelijkheden om intern dan wel extern te salderen. Ook het uitvoeren van de ADC-toets (het aantonen van ‘geen Alternatieve mogelijkheden’, ‘Dwingende redenen van openbaar belang’, ‘Compensatie voor aantasting van de natuur’) zou een richting kunnen zijn.’ Wijnand: ‘En we doorlopen deze oplossingsrichtingen parallel, omdat we onder tijdsdruk staan.’
Zo’n oplossingsrichting is bijvoorbeeld intern salderen. Alice: ‘Omdat in dit project vanaf de planfase, waarbij we ook betrokken waren, de insteek was dat we geen boerderijen wilden weghalen, biedt intern salderen (het compenseren van de emissie binnen het projectgebied) eigenlijk te weinig mogelijkheden om aan de voorwaarden te voldoen. We wilden daarom extern salderen door bij agrariërs emissierechten op te kopen. Het waterschap vroeg ons echter om daarvoor toch wat anders te bedenken. We zoeken nu naar manieren om alsnog intern te salderen. Het verbreden van dijken kost bijvoorbeeld ruimte, waardoor er leefgebieden van sommige diersoorten vernietigd worden. Dat moeten we proberen goed te maken en dat kan door percelen grasland te laten verruigen. Of door het aanpassen van de vergunningen voor door het waterschap verpachte gronden, zodat daar met onmiddellijke ingang geen bemesting meer plaatsvindt. Daarmee valt de stikstofemissie van grote arealen grasland weg als gevolg van het project. Als we dit kunnen aantonen, zijn we een heel eind op weg.’
Meerwaarde ontwerpteam
Wijnand: ‘Dijken produceren van zichzelf geen stikstof, alle stikstofemissie in dit project wordt veroorzaakt door werkzaamheden in de uitvoeringsfase. We zoeken naar manieren om die eigen uitstoot te mitigeren. Wat hierbij echt helpt is dat ook de aannemer in het ontwerpteam zit. Als aannemers dit zelf moeten gaan doorrekenen, dan was daar denk ik in de huidige markt de capaciteit niet v oor geweest; nu zijn er gewoon superkorte lijntjes. Voor mij is wel bewezen dat zo’n ontwerpteam werkt, dat je het met samenwerking opgelost krijgt. We kunnen bijvoorbeeld heel concreet overleggen welk ander bouwmaterieel we in kunnen zetten, waarmee we het werk wel kunnen realiseren en toch een grote reductie in stikstofuitstoot kunnen realiseren.’
‘Als we de aannemer er nu niet al bij hadden, hadden we nooit de stikstofuitstoot zoveel kunnen reduceren als we nu al gedaan hebben. Zo kunnen we verder en dat moet ook met deze strakke deadline. Dat helpt trouwens enorm voor het teamgevoel, zo’n gezamenlijk probleem bindt ons wel. Ik heb bijvoorbeeld nog niet eerder in een project zo intensief met een ecoloog samengewerkt.’