Transcriptie podcast: Hoe vormt data de basis voor toekomstbestendige steden?
Transcriptie podcast: Hoe vormt data de basis voor toekomstbestendige steden?
Intro: Je luistert naar De Digitale Ingenieur. In deze podcast slaan we een brug tussen ons werk als ingenieur en de digitale wereld. In dit drieluik praten we je bij over de woningbouwopgave en hoe digitale technologie hierbij kan helpen.
Pieter-Bas: Leuk dat je luistert naar deze podcast. Mijn naam is Pieter-Bas de Visser en in deze reeks van drie praat ik met drie specialisten die elk werken aan projecten die betrekking hebben op de woningbouw. Vandaag praat ik met Eva Geerlings. Zij werkt bij Witteveen+Bos als adviseur duurzame gebiedsontwikkeling en geodata. Eva werkt dagelijks met veel data en digitale platformen. Eva, leuk dat je er bent, welkom. Kan je ons wat vertellen over je achtergrond?
Eva: Ik heb een achtergrond in sociale geografie en planologie en een master gedaan in GIS. Dat zijn geografische informatiesystemen. En tijdens mijn master ben ik als stagiair terechtgekomen bij Witteveen+Bos en daar werk ik nu nog steeds.
Pieter-Bas: Wat voor stage heb je gedaan?
Eva: Ik heb een stage gedaan die ging over health driven design. Dat is een platform wat we ontwikkelen over ‘hoe ontwerpen we nou gezonde steden en hoe gebruiken we geografische data’ om aan ontwerpers feedback te kunnen geven op gezondheidsthema's. Wat ik heb gedaan is onderzocht hoe we data die gaat over gezondheid in de stad kunnen gebruiken om feedback te kunnen geven aan ontwerpers. Dus hoe kan je nou realtime in een ontwerpproces data gebruiken om ontwerpen te scoren op gezondheidsthema’s.
Pieter-Bas: Oke, en vanuit daar dus doorgerold naar een baan bij Witteveen+Bos, leuk.
Eva: Ja beviel me eigenlijk wel heel goed. Altijd wel geïnteresseerd geweest in de stad omdat er zoveel in een stad gebeurt en er zijn zoveel uitdagingen. En denk ook dat ik met mijn studie achtergrond best wel een interessante connectie te maken is in hoe we nou data in de stad gebruiken om de steden ook leefbaarder te maken voor mensen.
Pieter-Bas: Dus als ik het goed begrijp, dan combineren jullie dus een bak aan geografische data om effecten van maatregelen te kunnen analyseren, te bepalen?
Eva: Ja en dat doen we vooral, zodat we de doelstellingen die bijvoorbeeld een gemeente heeft op het gebied van mobiliteit, klimaatadaptatie of de gezonde leefomgeving concreet te maken en ook meetbaar, zodat we het niet alleen hebben over we willen een gezonde stad voor iedereen. Maar dat we echt onderzoeken van wat betekent dat nou die gezonde stad? Hoe drukken we dat uit in meetbare indicatoren? En wat zijn al die aspecten van een gezonde en een duurzame stad? En hoe kunnen we die ook afwegen tegenover elkaar, maar ook bijvoorbeeld tegenover de opbrengsten of de kosten die het met zich meebrengt.
Pieter-Bas: En dan worden er eigenlijk nog weinig nieuwe steden gebouwd, hè? Dus eigenlijk heb je altijd te maken met een behoorlijk kader waarin je moet opereren. Wat zijn voorbeelden van data die je daarin meeneemt?
Eva: We doen nu veel met mobiliteitsdata, dus simulatiemodellen voor stromen van voetgangers en fietsers, maar ook van het gebruik van OV, maar ook data over hitte. Er is in steden vaak een hitte eiland effect, maar ook effecten van wind in de stad. Ook de wat softere kanten zijn uit te drukken in data, zoals hoe mensen een stad ervaren en het groen ervaren. Van wat is de afstand van inwoners naar groen of naar speelplekken of naar sportplekken.
Pieter-Bas: Ik kan me voorstellen dat je dan met veel disciplines binnen Witteveen+Bos te maken hebt. Veel collega's uit alle hoeken die je daarbij raadpleegt. Merk je dat daarin ook de rol verandert voor jou als ingenieur in plaats van dat je één niche specialisme hebt, ben jij nu eigenlijk best wel overkoepelend bezig.
Eva: Ik denk van origine bij een ingenieursbureau werken voornamelijk ingenieurs. Ik heb zelf geen achtergrond in de civiele techniek en wat ik zie is dat er steeds meer collega's bijkomen met ook meer een wat integrale achtergrond, zoals ik die ook heb. En dat komt ook, omdat projecten waar we allemaal in werken, en ik werk dan vooral in woningbouwprojecten, die worden ook steeds complexer. Want het gaat niet alleen maar meer over het maken van één ontwerp wat één doel dient, maar ontwerpen dienen steeds vaker meerdere doelen en ook allerlei maatschappelijke doelstellingen die erbij komen kijken. Het is wel in mijn ogen ook echt belangrijk om daar met een integraal team aan te werken en ook ervoor te zorgen dat de mensen uit de verschillende disciplines ook over hetzelfde praten.
Pieter-Bas: Een maatregel lokaal kan best wel wat effect hebben verderop in een gebied natuurlijk. Als je dat puur lokaal zou bekijken, dan gaat dat niet werken.
Eva: Ja klopt en je denkt ook snel in nadelige effecten, maar elke ontwikkeling of herontwikkeling die die wij ontwerpen brengt ook weer veel kansen met zich mee. Dus het is niet meer alleen een weg die we ontwerpen, maar we kijken ook naar, bij wijze van, de berm ernaast.
Pieter-Bas: De biodiversiteit. Kan je eens een concreet voorbeeld noemen van wat voor maatregelen of wat je in die bak data stopt en wat daar dan uitkomt voor bijvoorbeeld advies voor een gemeente? Een voorbeeld van een project waar je aan hebt gewerkt bijvoorbeeld.
Eva: Een voorbeeld van een project waar ik nu aan werk is Gebiedsontwikkeling Lincolnpark in Hoofddorp. Dat vind ik een heel leuk en uitdagend project. Het is nu een weiland en daar komen 1600 woningen. En de grootste opgave is ook voldoen aan de woningnood. Dus het belangrijkste is dat daar dat daar woningen komen, maar tegelijkertijd moeten we dat ook zo duurzaam mogelijk doen en ook zo gezond mogelijk. Het is een gebied wat dicht bij Schiphol ligt dus zorgen dat de luchtkwaliteit goed is. Maar ook zorgen dat mensen toch heel erg graag buitenverblijven en een voorbeeld van de data die we hebben gebruikt; op het gebied van gezondheid zijn voornamelijk analyses gedaan op mobiliteit en op hittestress. Ook wel heel interessant, waar we nu mee bezig zijn, is circulaire gebiedsontwikkeling. Een van de doelstellingen van de gemeente is om deze gebiedsontwikkeling zo circulair mogelijk te maken. Dus hebben wij onderzocht van wat betekent dat nou en hoe kunnen we dat doen? Er is ook onderzocht wat voor materiaal er allemaal nodig is voor zo’n gebiedsontwikkeling. En dat is allemaal data die je meetbaar kan maken. En hoe zorgen we er nou voor dat dat we de CO2 uitstoot van het gebruik, de inzet van al die materialen met maatregelen kunnen beperken.
Pieter-Bas: Hoe moet ik dat me voorstellen? Dat die materialen van die woningen op een gegeven moment ook weer kunnen worden hergebruikt of iets dergelijks?
Eva: Circulariteit is best wel een containerbegrip. Vaak wordt genoemd, dat we in 2050 geloof ik alles circulair moeten doen. En dat is best wel breed begrip en ook wel iets wat heel erg belangrijk is en veel speelt binnen woningbouwprojecten. En hoe wij circulariteit binnen woningbouwprojecten benaderen, is dat de verschillende levels die je hebt van impact binnen een circulaire woningbouw. Het meest impactvolle wat je zou kunnen doen is sowieso überhaupt niet bouwen. Dat zou dan het meest circulair zijn. Daarmee voorkom je het gebruik van materiaal. Maar ja, we hebben nou eenmaal wel die opgave. We willen dat iedereen een dak boven zijn hoofd heeft, dus die woningen moeten er komen, maar dan is het wel de zaak dat we dat doen met zo min mogelijk materiaal. Dus ook meer in vroege fases van projecten al nadenken van: deze woningen die er komen is de manier waarop we ze nu hebben ontworpen wel nodig of zouden we met hetzelfde materiaal van dezelfde woning misschien wel meerdere mensen kwijt kunnen? Of zoals het delen van voorzieningen, is het nodig dat iedereen alles maar in zijn eigen huis heeft of kunnen we ook zorgen dat bewoners in een wijk spullen met elkaar kunnen delen, zoals wasmachines of deelauto's. Dat nu zie je dat steeds vaker in woningbouwprojecten. Maar ook tuinen. Is het nodig dat iedereen hun eigen lap grond heeft met daaromheen een hek of kunnen we dat steeds meer delen en dan vervolgens kan je kijken naar het materiaal wat er wat er echt moet komen, dus de huizen die echt gebouwd moeten worden. Kunnen we daarvoor materiaal hergebruiken of kunnen we materiaal gebruiken wat zo duurzaam mogelijk is, dat is ook een hele belangrijke. Kunnen we het zo bouwen dat we het over 50 jaar of over 100 jaar de functie weer zouden kunnen veranderen zonder dat we alles moeten slopen? Of kunnen we het zo bouwen dat we de materialen opnieuw kunnen gebruiken? In een andere manier, dus ik denk dat dat ook wel een oplossing kan zijn. Hoe ik de toekomst voor me zie, is dat bijvoorbeeld woningen steeds meer als een soort bouwpakket worden gefabriceerd. Soort prefab woningen.
Pieter-Bas: Ja of 3D beton geprint?
Eva: 3D beton geprint bijvoorbeeld, zodat ze later ook weer uit elkaar gehaald kunnen worden en weer opnieuw gebruikt. Dat we niet iets bouwen waarvan de enige manier is hoe je dat wegkrijgt door te slopen.
Pieter-Bas: Ja interessant, want dan heb je het hier wel over een totaal nieuw te bouwen gebied, hè? En dat geeft aan de ene kant kan ik me voorstellen heel veel vrijheid, maar ik kan me ook voorstellen dat dat ook wel te veel ruimte is voor maatregelen dat je verloren raakt. Van wat kunnen we hier het beste doen?
Eva: Ja zeker, ja dat zie je nu best wel veel in projecten waar er zoveel mogelijk is en ook zoveel verwachtingen en doelstellingen zijn om concreet te bepalen van welke maatregelen zijn het meest effectief? Is het nodig om die maatregelen te kunnen afwegen? Dat is nog best wel complex, want vaak zijn dingen op die thema’s niet heel goed uit te drukken in cijfers en dan doen we toch een toch een poging door die te vertalen naar meetbare indicatoren om ze te kunnen afwegen tegenover elkaar. Om te kijken, hoe maken we nou het meeste impact en hoe creëren we de meeste waarde voor het project?
Pieter-Bas: Inderdaad zo kunnen we het inderdaad plat slaan want eigenlijk is jouw rol in gebiedsontwikkeling ook zorgen dat mensen daar daadwerkelijk lekker kunnen wonen en dat het allemaal gewoon goed gaat qua duurzaamheid en qua luchtkwaliteit en dergelijke.
Eva: Ja en bestand tegen de toekomst.
Pieter-Bas: We staan natuurlijk voor een enorme woningbouwopgave in Nederland. Hoe zie jij dat dit soort data, die hele database wordt groter en groter, kunnen we steeds meer dingen meten, hoe zie jij de rol daarvan in het oplossen van die enorme woningbouwopgave?
Eva: De opgave waar we nu met zijn allen voor staan, is de woningbouw opgave. Om te voldoen aan de grote vraag naar woningen is berekend dat er zo'n 75.000 woningen per jaar moeten worden gebouwd. En als we op de manier hoe we nu werken doorgaan, halen we dat niet, dus ik denk dat digitale middelen en data ons kunnen helpen door efficiënter te gaan werken en efficiënter met elkaar samen te werken om zo die projecten gewoon sneller van de grond te krijgen.
Pieter-Bas: Dat er ook echt een efficiëntieslag wordt gemaakt. Hoe ben jij eigenlijk bij Witteveen+Bos terecht gekomen? Je gaf aan dat je stage hebt gelopen, maar hoe kwam je aan die stage?
Eva: Ik ben via een oud studiegenoot van mij in contact gekomen met Witteveen+Bos. In de groep Smart and Healthy cities. Ik was heel erg geïnteresseerd in wat deze groep doet op het gebied van digitalisering binnen stedelijke projecten. En toen heb ik met veel plezier stage gelopen en daarna ook aan het werk gegaan op de afdeling Gebiedsontwikkeling.
Pieter-Bas: Dacht jij tijdens je studie al van: ik ga bij een ingenieursbureau werken, of hoe?
Eva: Nee, dat niet perse omdat ik geen achtergrond heb in civiele techniek was dat niet het eerste waar ik aan dacht. Ik heb dus wel een achtergrond in geodata, maar ik wist al wel dat alleen als GIS expert werken niet voor mij was weggelegd, dus ik zocht wel echt een werkplek waar ik die kennis wel kon gebruiken en inzetten.
Pieter-Bas: Een multidisciplinaire omgeving.
Eva: Ja precies, niet per se dat ik alleen maar als GIS expert ingezet wordt, maar meer waar projecten integraal benaderd worden en mijn rol ook meer integraler zou zijn. Dat vind ik nu heel erg leuk aan mijn werk, dat ik daar in het ene project misschien wel een rol heb als GIS expert, maar in een ander project niet.
Pieter-Bas: Dus de ene keer zit je echt te nerden achter je laptop.
Eva: Ja precies en dat vind ik ook heel erg leuk op zijn tijd, maar dat hoeft van mij niet de hele week en juist door die achtergrond kan ik ook in projecten waar misschien in eerste instantie niet per se gedacht is aan digitale tools of het gebruik van geodata dat ik wel die kansen kan signaleren. Dat het soms toch wel van de grond komt.
Pieter-Bas: En heb je het idee dat de organisatie binnen Witteveen+Bos openstaat voor dit soort innovaties of merk je dat daar ook eigenlijk nog wel barrières te overwinnen zijn?
Eva: Ja, ik denk dat dat we als organisatie daar zeker wel voor openstaan. We zijn ook veel bezig geweest met ontwikkelen van tools en digitale hulpmiddelen. Ook altijd wel ervaren dat we er veel ruimte voor krijgen. Het is natuurlijk wel altijd een vraag of de klant dat ook wil, of de markt er klaar voor is. Ik denk het wel steeds meer. Wat we zelf nog wel eens hebben is dat je dan denkt iets te ontwikkelen waar de markt helemaal klaar voor is of wat de markt echt wil. Maar dat dan uiteindelijk de markt dan toch vaak gewoon werkt, zoals het al altijd werkt. Dus dat is nog wel eens een uitdaging.
Pieter-Bas: Erg beleid gedreven dus, en merk je ook met het ontwikkelen van dit soort digitale tooling…De valkuil die ik vaak in ben gelopen is omdat die klant betaalt, ben je ook best wel geneigd om een tool passend te maken voor die ene klant. Wat de schaalbaarheid niet echt ten goede komt. Dus dan heb je voor die klant een hele mooie tool en de vraagt de volgende gemeente om een soortgelijk iets, dan denk je, oh ja, ik kan bijna weer opnieuw beginnen.
Eva: Ja, dat is wel iets waar we tegenaan lopen. Witteveen+Bos is natuurlijk wel een groot bedrijf. Het gebeurt ook wel eens dat er dezelfde vragen zijn in meerdere projecten, maar dat je dat eigenlijk niet weet van elkaar. Het is wel belangrijk ook om de ideeën die je hebt en de dingen die je ontwikkelt ook wel bedrijfsbreed uit te rollen. Ik denk ook wel dat wij ook wel echt wel een actieve rol mogen innemen in de klant overtuigen van de dingen die wij ontwikkelen.
Pieter-Bas: Hoe moet ik me dit voorstellen? Wordt hier echt naar gevraagd vanuit klanten of ben je meer ook echt bezig met acquisitie, zorgen dat het onder de aandacht komt bij de klanten?
Eva: Misschien nu vooral nog dat laatste. In ieder geval dan in de projecten waarin ik werk. Dat zijn de woningbouwprojecten of herontwikkelingsprojecten. De vraag is altijd een ontwerp of een advies voor de inrichting van de openbare ruimte bijvoorbeeld. En dat is dan niet per se een digitaal hulpmiddel. Zeker bij grote projecten zetten we dan nu vaak een samenwerkingsplatform in. Dat is een soort GIS platform wat ons helpt om efficiënter te werken, dus ook vanuit de gedachte dat wij al het idee hebben dat we hierdoor efficiënter werken. Lukt het ook steeds vaker om ook de klanten er van te overtuigen wat de meerwaarde ervan is. Maar vaak is het dan nog wel een stapje om ook daadwerkelijk digitaal te werken, of een tool te gebruiken waarvan je het gebruikt misschien nog niet kent.
Pieter-Bas: Moet ik dat voor me zien dat dat tools zijn die we eigenlijk zelf gebruiken en vooral de resultaten presenteren aan de klant? Of gebruikt de klant ze zelf ook?
Eva: Van oudsher meer dat eerste. Vaak zijn de resultaten van onze projecten ontwerpen en dat zijn bijvoorbeeld CAD ontwerpen en dat leveren we bijvoorbeeld op in CAD, maar ook als pdf, een plaatje. Maar voor ons eigen gemak maken we dat zo dat we dat meteen al kunnen inladen in een digitale omgeving en de andere resultaten vanuit projecten zoals het ontwerp van riolering, maar ook het ontwerp van groen. Dat zijn vaak dan weer aparte ontwerpen. En wij zien juist de meerwaarde van dat allemaal te ontsluiten op een digitale plek waar je dus ook die lagen over elkaar heen kan zetten en kan zien wat de raakvlakken, knelpunten en mogelijke kansen zijn.
Pieter-Bas: Met alle disciplines bij elkaar komen. En zie jij jouw huidige rol binnen Witteveen+Bos, ik weet niet of jij er iets over kan zeggen, over de komende 5 à 10 jaar, heb je al een idee waar dat zich naartoe gaat ontwikkelen?
Eva: Ik ben eigenlijk nog een starter in mijn carrière, dus ik ben nu echt nog wel aan het uitzoeken wat ik allemaal leuk vind aan de verschillende soort projecten, maar ook mijn rol in projecten. Waar ik het meeste energie van krijg, is het verbinden van verschillende disciplines, maar ook het verbinden van stakeholders, het informeren van stakeholders ook het betrekken van stakeholders. En ik leer nog steeds heel veel over alle verschillende soorten disciplines waar ik eerder vrij weinig van wist dat ik nu steeds meer een beetje weet van veel verschillende soorten dingen, maar dan daardoor wel door kan hebben waar raakvlakken zijn.
Pieter-Bas: Ja dat je echt groeit in die rol en dan straks eigenlijk een overkoepelend specialist wordt.
Eva: In die integrale rol daar wil ik mezelf ook wel in ontwikkelen. Ik ben nu ook in een aantal projecten meer rol van projectmanager aan het oppakken. Dat is een rol die mij wel aanspreekt.
Pieter-Bas: Spannend en leuk, Eva ik wil jou hartstikke bedanken voor je bijdrage vandaag. Leuk dat je er was. En beste luisteraars, tot de volgende keer.
Outro: Leuk dat je luisterde naar De Digitale Ingenieur. Houd ons kanaal in de gaten voor meer afleveringen. Dit was een podcast van Witteveen+Bos.