Het verhaal van Edgar Rijsdijk
Als PMC-leider van de PMC Planstudies en Procesmanagement werkt Edgar Rijsdijk (54, Amsterdam) aan projecten die zich bevinden tussen de beleids- en uitvoeringsfase. Onder meer door de toegenomen aandacht voor omgeving en milieu wordt dat werk steeds complexer. Het is een van de redenen waarom Edgar het na ruim drieëntwintig jaar bij Witteveen+Bos nog steeds naar zijn zin heeft.
Gebiedsgericht werken
‘De verkenningen en planstudies die wij uitvoeren stellen opdrachtgevers, veelal overheden, in staat om een uitvoeringsbesluit te nemen. Bijvoorbeeld over de bouw van een brug of de verbreding van een weg of verhoging van een dijk. Tijdens het ontwerp- en onderzoeksproces proberen we verschillende uitdagingen aan elkaar te koppelen, om zo kansen voor de omgeving te benutten en kwaliteit toe te voegen. Alleen: hoe breder de aanpak, hoe ingewikkelder een vraagstuk. Ik vind dat een interessant spanningsveld. Voor innovatie en duurzaamheid is het belangrijk dat we onze blik verbreden. Daarom hoop ik dat we in de toekomst nog vaker aan de voorkant mee kunnen praten, dat we kunnen helpen om opdrachtomschrijvingen te definiëren in de volle breedte. Gebiedsgericht in plaats van opgavegericht.’
Techniek én belangen
‘Ik heb HTS en bestuurskunde aan de Universiteit van Amsterdam gestudeerd. Bij Witteveen+Bos begon ik in 1999 als bouwprojectmanager, vervolgens kwam ik geleidelijk in aanraking met stedelijke vernieuwing waar interactie met de omgeving heel belangrijk is. Vervolgens ben ik projecten gaan doen meer rondom infrastructurele opgaves. Mijn brede kijk die ik ontwikkeld heb– de gebiedsopgave in plaats van alleen een technische opgave – past goed bij mij, want ik vind veel dingen leuk. Mijn werk gaat niet alleen over techniek, ook over belangen en afwegingen daartussen. Er is een maatschappelijke tendens om projecten meer in samenspraak met de omgeving te ontwikkelen, van overheden wordt bovendien meer transparantie en verantwoording gevraagd. Daarnaast is de druk op de openbare ruimte toegenomen en worden er meer eisen gesteld aan duurzaamheid en milieu. Tel dat bij elkaar op en je begrijpt: projecten zijn steeds complexer.’
Relevante vraagstukken
Ik werk al meer dan drieëntwintig jaar bij Witteveen+Bos en dat is niet voor niets. Ik word nog steeds uitgedaagd op mijn kennis en competenties en de opgaven waar we als bureau en maatschappij voor staan zijn buitengewoon relevant. Met deze baan kan ik bijdragen aan de inrichting van ons land, aan vraagstukken over waterveiligheid, bereikbaarheid, verstedelijking. Elk project voelt bij wijze van spreken als een nieuwe baan. Daarnaast zorgt de organisatiecultuur ervoor dat ik me heel prettig voel. Ik weet nog dat ik in 1999 een collega belde met een vraag. Die zei meteen: ‘Ja! Leuk! Maar wat is precies de vraag?’ Een paar weken geleden had ik iemand nodig en die reageerde precies zo. Het is de basishouding bij Witteveen+Bos: enthousiast, nieuwsgierig en ontwikkelgericht. Zo halen we het beste in elkaar naar boven.’