Gepubliceerd op 19 maart 2018

Centre Point of Indonesia

Centre Point of Indonesia, een iconisch project in de vorm van een garoeda (adelaar), het nationale symbool van Indonesië. Het ligt voor de kust van Makassar, ook wel aangeduid als de hoofdstad van het oosten van eilandenrijk Indonesië. Geografisch gezien ligt de dichtbevolkte stad letterlijk in het centrum van het land en is het een belangrijk knooppunt voor economisch verkeer. Om de bevolkingsgroei op te vangen is nieuw land nodig. Dit wordt voor de kust ontwikkeld. Witteveen+Bos is sinds de start in 2015 betrokken bij dit project: met de ontwikkeling van het conceptontwerp, opstellen van contractdocumenten en supervisie. Adecar Nugroho, ontwerpcoördinator en Budiwan Adi Tirta, geotechnisch ingenieur, werken aan dit spraakmakende project. 

We hebben oog voor alle stakeholders in het gebied, inclusief de ecosystemen

Het project omvat de uitbreiding van een kleine, bestaande landaanwinning langs Losari Beach naar een oppervlakte van 157 hectare. Na oplevering zal ontwikkelaar KSO Ciputra Yasmin hier voor commerciële en woondoeleinden vastgoed bouwen. De landaanwinning is uitgevoerd aan de hand van een design-and-build contract waarbij de aannemer verantwoordelijk is voor het ontwerp en de realisatie en Witteveen+Bos verantwoordelijk voor contractbeheer en de supervisie. ‘In de contracten, daar zit voor ons de uitdaging’ vertelt Tirta. 

Door de zachte ondergrond kent het project bijzondere omstandigheden

‘Het is een technisch gecompliceerd project, maar door de grote ervaring die Witteveen+Bos heeft met zachte bodem projecten zijn er geen 
technische problemen’, vervolgt Tirta. ‘De projectlocatie ligt dicht bij een klein, door vissers bewoond eiland en het toeristische Losari Beach. De zachte ondergrond in Makassar mocht niet ontgraven worden. Door deze twee zaken is de juiste constructiemethode van groot belang voor het slagen van het project. De aannemer heeft een innovatief sproeiponton ontwikkeld. Door in dunne lagen te sproeien wordt de belasting op de zachte ondergrond langzaam opgebouwd met als doel dat deze stabiel blijft liggen en niet opzij wordt geperst. Toen het nieuwe land aan de wateroppervlakte kwam, is verder gegaan met het conventionele walpersen. Nu wordt aan de grondverbetering gewerkt, de ontgraving van de kanalen en het aanbrengen van oeverbekleding. De oplevering is gepland voor het vierde kwartaal van 2018’.

‘Het werken met een Europese aannemer vereist een andere aanpak dan bijvoorbeeld met een Chinese aannemer zoals bij het Kapuk Naga Indah (KNI) project in Jakarta’, vertelt Tirta. ‘Bij KNI ligt de focus op technische problemen, bij Central Point of Indonesia (CPI) zit de uitdaging in de contracten’.

Adecar en Tirta studeerden samen civiele techniek in Yogjakarta. Witteveen+Bos loopt als een rode draad door hun carrière. Ze krijgen de kans hun bachelor in Nederland af te ronden. Tirta blijft daarna in Nederland en volgt een specialisatiestage watermanagement bij Witteveen+Bos. ‘Toen realiseerde ik me dat watermanagement in Nederland het niet was voor mij: alle dammen zijn in Nederland al gebouwd’, vertelt hij lachend. Adecar werkt inmiddels als geotechnisch ingenieur bij Witteveen+Bos in Jakarta. Na een aantal omzwervingen solliciteert ook Tirta bij Witteveen+Bos. ‘Mijn cv werd doorgestuurd naar Indonesië waar Witteveen+Bos al veertig jaar een kantoor heeft. Zo werk ik nu weer samen met Adecar.’

Sinds de start van de uitvoering in april 2017 is er een team van Indonesische en Nederlandse opzichters aanwezig in Makassar. Tirta: ‘Fysiek zijn er op locatie acht mensen aanwezig, inclusief een secretaresse en chauffeur. Deze groep rouleert. Daarbij krijgen we technische en contractuele ondersteuning vanuit Jakarta en Nederland. De samenwerking binnen het team is goed. Voor een aantal collega’s is de opzichtersrol nieuw; we steunen elkaar, er is ruimte voor overleg en we leren van onze fouten.’

Adecar: ‘Onze ervaring in samenwerkingen met Nederlanders komt goed van pas. Ik heb geleerd direct te zijn. Té direct volgens sommige van mijn Indonesische vrienden. Maar in dit project is het noodzakelijk om direct te zijn. Dat is een eigenschap die in de Indonesische cultuur niet gewaardeerd wordt. In Indonesië gaat het om hoe je de boodschap overbrengt en in Nederland is de boodschap het belangrijkst.’ 

Tot slot, hoe is er bij dit project aandacht voor duurzame ontwikkeling? Adecar: ‘Er is een relatie tussen de consultant en de opdrachtgever. Simpel gezegd, de opdrachtgever wil een eiland en wij ontwerpen het. We hebben daarbij ook oog voor andere stakeholders die al in het gebied aanwezig zijn zoals vissers, eilandbewoners en ecosystemen. Voor ons is projectontwikkeling onlosmakelijk verbonden met sociale en milieuaspecten en we geven suggesties hoe het project op een duurzame manier gerealiseerd kan worden. Dat is uiteindelijk goed voor iedereen’. 

Deel deze pagina