Remco Egelman (36) doet geuronderzoek bij Witteveen+Bos. De helft van de tijd verricht hij metingen buiten, de overige tijd analyseert hij monsters en is hij bezig met automatiseren. Daarnaast is hij hoofd Materiaal en apparatuurbeheer.

Geurpanel

‘Tijdens mijn studie Milieukunde kregen we een casus voorgelegd van boer Bert. Een adviseur van Witteveen+Bos kwam langs en vertelde over geur, geurnormen, vergunningen en metingen. Het was allemaal nieuw voor mij; ik kon me er aanvankelijk geen voorstelling van maken. Wist je bijvoorbeeld dat geur niet te meten is met een apparaat? In de enige drie geurlabs in Nederland, waaronder het lab van Witteveen+Bos, wordt gebruik gemaakt van geurpanels. In zo’n panel wilde ik wel werken. Het leek me een relaxed baantje en ik was benieuwd hoe het allemaal werkte. Maar eerst moest mijn neus worden getest, want: alleen met een gemiddelde neus kom je in aanmerking voor het testpanel. Goede neuzen benadelen de bedrijven, slechte neuzen benadelen de maatschappij. Gelukkig had ik een gemiddelde neus.’

Omzwervingen

‘Hoe het vervolgens in zijn werk ging? Ruiken! Aan luchtmonsters die Witteveen+Bos bewaart in speciale zakken. Er zijn drie knoppen: ‘zeker’, ‘vermoeden’ en ‘gok’. Tussen het ruiken door maakte ik mijn huiswerk of speelde ik een spelletje. Op een gegeven moment werd ik ook meegevraagd naar andere klusjes, bijvoorbeeld van de afdeling akoestiek. Na verschillende omzwervingen binnen Witteveen+Bos ben ik na mijn afstuderen toch op het geurlab beland. Inmiddels behoor ik tot de meer ervaren adviseurs. Ik doe geur- en emissiemetingen op locatie, die vervolgens op het lab worden geanalyseerd door ons panel. Daarnaast richt ik me op automatiseringsprocessen en ben ik met een collega verantwoordelijk voor onze apparatuur. Onze instrumenten worden jaarlijks geaudit; alles moet in perfecte conditie zijn.’

Gevoelige neus

‘Een van de dingen die ik leuk vind is big data, nog relatief nieuw in ons vak. Individuele metingen geven antwoord op de vraag of onze opdrachtgevers op dat moment aan de geurnormen voldoen, maar op sommige plekken komen we al meer dan tien jaar. Als we gegevens combineren kunnen we bijvoorbeeld trends, correlaties, verbanden of voorspellingen ontdekken. Dit kan voor de opdrachtgever en voor ons zeer waardevol zijn. Die twee gezichten van ons vak vind ik leuk: aan de ene kant proberen we slimmer en efficiënter te werken, aan de andere kant moeten we nog steeds het dak op, om een zak met lucht te vullen die een testpanel vervolgens beoordeelt. Wist je dat de mens het stofje wat voor de de typische rozengeur zorgt al waar kan nemen bij een concentratie van 5 ppb (5 delen per miljard)? De neus van een mens is zeer gevoelig, die vervang je niet zomaar door elektronica.’