Duurzame daadkracht

Sinds maart 2017 is Peter Struik hoofdingenieur directeur Duurzaamheid en Leefomgeving bij Rijkswaterstaat (RWS). Zijn ambitie is om van RWS dé duurzame overheidsuitvoeringsorganisatie te maken. Uitdagingen en dilemma’s zijn er daarbij voldoende. Algemeen directeur Karin Sluis van Witteveen+Bos ging hierover in gesprek met Peter Struik.

Allereerst is er de ‘kwestie’ integraliteit. Een duurzame inrichting van het land raakt vele beleidsterreinen: mobiliteit, water, energie, ruimtelijke ordening, de Omgevingswet en uiteraard ook economische vraagstukken. Peter Struik: ‘Wanneer je een duurzame leefomgeving wilt, moet je verschuiven van gesegmenteerd denken naar geïntegreerd en duurzaam doen. Bij RWS bekijken we elke opgave graag als gebiedsgerichte opgave: wat zijn de functies en waarden in het gebied, welke verbanden liggen er en wat kunnen we voor meerdere functies benutten? Hier geldt: hoe integraler de vraag aan ons, hoe integraler wij het kunnen uitvoeren. De bereidheid moet er dan wel zijn. Ook intern denken we nog niet altijd in functionaliteit, zijn we vaak nog te technisch gericht’. Karin Sluis herkent het dilemma: ‘Bij ingenieursbureaus speelt eenzelfde soort uitdaging. Soms krijgen we een vraag van RWS die we liever nét even anders zouden hebben. Daarom hebben wij bij Witteveen+Bos onszelf zeven duurzame ontwerpprincipes opgelegd. Die zijn onderdeel van ons kwaliteitshandboek en dwingen ons om integraal te denken en dit ook te bespreken met de opdrachtgever. Soms verandert dat iets aan de opdracht. En nog mooier: soms zijn zij reden om een opdracht aan ons te gunnen’.

De ingenieursbureaus helpen om zaken als energieneutraliteit en circulariteit op de agenda te krijgen

Peter Struik

Peter Struik: ‘We delen inmiddels het probleem, maar een gedeelde,  gezamenlijke oplossing hebben we nog niet in beeld. Met andere woorden: ik ben zeer tevreden over de intenties, de kunst is nu om snel meters te maken. Samenwerking is daarbij het sleutelwoord. En dat is meteen een volgend dilemma. Vanuit RWS staan regels en contracten soms integraliteit in de weg. Integraliteit vraagt om het gezamenlijk - in de keten - formuleren van een opdracht. Maar hoe doe je dat: in een keten en met concurrentie opdrachten formuleren en tot oplossingen komen? Er is nog veel aarzeling om kennis te delen’. Karin Sluis: ‘Een beetje concurrentie is nodig om druk op de vernieuwing te houden. En werken in de keten is ook soms lastig. Toch kan het wel. In EcoShape (Building with Nature) hebben we ervaring met dit soort samenwerking in de keten: het is een publiek-private samenwerking met RWS en andere overheden, kennisinstellingen, ingenieursbureaus en aannemers’.

Wat zou effectiever werken in onze branche: disruptief en radicaal vernieuwen of stap-voor-stap en geleidelijk? Peter Struik: ‘De opgaven waar onze sector voor staan zijn de meest uitdagende: energietransitie, circulaire economie, een nieuwe Omgevingswet. Maar de sector zelf beweegt langzaam. Het is tijd voor een upgrade: intelligenter en integraler, verbindt engineering aan financial engineering, kijk naar nieuwe arrangementen, andere contractvormen met meerdere partners van verschillend pluimage. Bij een programma als Smart Mobility 2030 kun je best gevoel krijgen als je het bijvoorbeeld bij de invulling van MIRT-projecten concreet maakt. We moeten investeren in een gezamenlijke visie en samen een integrale opgave formuleren die we kunnen opknippen in behapbare stukken. Wederom is goede en open samenwerking het antwoord.

We hebben bij het waarmaken van onze ambities wel meer tempo nodig dan we nu genereren. Er is bijvoorbeeld een enorme bereidheid de energietransitie te realiseren, maar de directe kosten zijn vaak hoog. We zouden dingen snel beter kunnen doen, maar we hebben het geld niet’. Karin Sluis: ‘Duurzame beleggingen kunnen hier uitkomst bieden. Dit soort vraagstukken vragen om een gezamenlijke aanpak van niet alleen RWS en de bureaus, maar van veel meer sectoren in de maatschappij. Ondernemen behoort niet tot de kerntaken van RWS, dus daar kunnen de ingenieursbureaus juist de helpende hand bieden en de verbindende factor zijn. RWS en de bureaus delen de wens om ons deel van de wereld ten goede te veranderen. Het zou prachtig zijn als we verschillende ontwerpprincipes die gericht zijn op duurzaamheid en leefomgeving naast elkaar kunnen leggen en van daaruit een ingenieurscode kunnen ontwikkelen. Dat levert ons duurzame daadkracht op. De zeven duurzame ontwerpprincipes van Witteveen+Bos geven een goede aanzet tot verdere ontwikkeling van gezamenlijke principes’.