Industrie en Omgevingswet: een van de vele transities

Ga er maar aanstaan, je probeert de productie op peil te houden, hebt een pandemie achter de rug en probeert al geruime tijd duurzaamheid een structureel onderdeel te maken van de bedrijfsvoering.

Dan komen daar energietransitie en CO2-reductie bovenop en moet je rekening houden met het watersysteem, klimaat(adaptatie) en biodiversiteit. Er is een stikstofcrisis, grondstoffen worden schaarser en goed technisch personeel is lastig te werven. De omgeving wordt mondiger en aandeelhouders gaan zich roeren. Dan is er ook nog de Omgevingswet.

Meer zorgplicht

Deze wet brengt grote verschuivingen in het omgevingsrecht met zich mee. Wellicht een aardverschuiving voor overheden, echter voor de industrie is het een van de vele transities die op haar afkomt. ‘We doen wat we altijd doen, als het eindelijk zover is: gewoon aanpakken en indien nodig kundige adviseurs en advocaten inschakelen. We hebben immers onze handen al meer dan vol.’

Zo gek is het niet om zo deze wedstrijd in te stappen. De industrie heeft eerdere wijzigingen in regelgeving, zoals Wabo, BBT, Rie, ook goed opgepakt. Goed, discussie met de omgevingsdienst komt toch wel, maar samen komen we daar wel uit. Inhoudelijk gaat nog meer naar algemene regels, meer zorgplicht en minder vergunningplicht. De regels uit Europa blijven van kracht en worden integraal opgenomen in de nieuwe wetgeving. Veilig en verantwoord produceren, emissies voorkomen en afval beperken. Dan zijn we een heel eind.

Eén loket

Verandert er dan echt zo weinig voor de industrie? Inhoudelijk valt het naar onze mening eigenlijk best mee. Waar de industrie altijd al alles integraal en gecoördineerd moest behandelen, moet de overheid dit nu ook: één loket. Uiteraard zal er een overgangsperiode zijn waarin het voor iedereen wennen is. Met wat begrip voor elkaar, verwacht Witteveen+Bos dat het bij vergunningverlening goed gaat komen.

De Omgevingswet biedt echter ook de mogelijkheid, en soms de plicht, om lokaal grenzen te stellen aan milieu-aspecten zoals geur en geluid. Niet alleen in de vergunning staan normen, maar straks ook in het omgevingsplan (het huidige bestemmingsplan). Bij het vaststellen van het omgevingsplan wordt uitgegaan van wat de overheid over het bedrijf weet. Het is dus van belang dat de ruimte die je als bedrijf nu en in de toekomst nodig hebt, ook vastligt in de vergunning en straks het omgevingsplan. Anders kunnen er zo maar lokale knelpunten over geluid of geur ontstaan.

Participatie

Hier mag de lokale politiek wat van vinden en de buren mogen participeren. Iets om in de gaten te houden als industrie. Immers, stabiliteit van de omgeving is zeer gewenst. Als bedrijf mag je zelf ook participeren, dat biedt kansen en mogelijkheden om verrassingen te voorkomen. Participatie wordt trouwens ook onderdeel van het vergunningsproces. Dit moet worden toegepast, maar de vorm ligt niet vast.

Ook andere thema’s kunnen landen in het omgevingsplan, zoals gezondheid, natuur en de energietransitie. Hoe dat de bedrijfsvoering gaat beïnvloeden, zal in de praktijk moeten blijken. Het is daarbij goed om te beseffen dat de Omgevingswet juist bedoeld is om allerlei transities mogelijk en eenvoudiger te maken. De wet is dus niet de zoveelste verandering, maar één die kan helpen andere transities mogelijk te maken. Laten we die mogelijkheid samen benutten!

Meer informatie?

Witteveen+Bos medewerker René Jansen

René Jansen

PMC-leider Omgevingsrecht en vergunningen