Gepubliceerd op 30 augustus 2022

Uitbreiding zoetwateraanvoer Zuid-Beveland: toekomst voor agrarische sector

Door de droge zomers van 2018-2020 worden fruittelers, bloemkwekers, veehouders en akkerbouwers in Zuid-Beveland-Oost geconfronteerd met een toenemend tekort aan zoetwater. In opdracht van Waterschap Scheldestromen heeft Witteveen+Bos onderzocht hoe in dit deel van Zeeland een robuuste zoetwatervoorziening kan worden bereikt, als bijdrage aan de toekomstbestendigheid van de agrarische sector.

In de huidige situatie kan een klein deel van de landeigenaren en -gebruikers op Zuid-Beveland beschikken over zoet water. In de Reigersbergsche Polder en Eerste Bathpolder wordt via het Volkerak Zoommeer in tijden van droogte zoetwater ingelaten.

Binnen een projectgroep met waterschap Scheldestromen, provincie Zeeland en specialisten van Witteveen+Bos is gekeken naar hoe het verspreidingsgebied van zoetwater kan worden uitgebreid om het zoete water uit het Bathse Spuikanaal naar het gebied Zuid-Beveland-Oost te brengen.

Onderdeel van de opdracht vormde het onderzoeken van de beschikbare opties, inclusief het maken van een schetsontwerp. Tijdens het onderzoekstraject is meermaals overlegd met vertegenwoordigers uit de landbouwsector. Het schetsontwerp is gepresenteerd en toegelicht aan de diverse stakeholders tijdens een informatieavond in het gebied.

Nieuwe inlaatconstructie

Binnen het onderzoek zijn twee mogelijke varianten in kaart gebracht, waarbij de voorkeursvariant met uitbreiding van het bestaande wateraanvoersysteem verder is uitgewerkt. Het bestaande aanvoersysteem in de Reigersbergsche Polder zorgt voor zoetwateraanvoer vanuit het Bathse Spuikanaal, dat onderdeel is van het Volkerak-Zoommeer. Binnen het nieuwe ontwerp worden ook de Zimmermann- en Fredericapolder aan dit aanvoergebied toegevoegd. Hiertoe dient het bestaande wateraanvoersysteem, inclusief het bestaande aanvoergemaal, te worden verruimd.  

Aanvullend wordt gebruik gemaakt van een nieuw aan te leggen inlaatconstructie aan de noordzijde van de snelweg en de spoorlijn, onder de primaire waterkering door. Zo kan water onder vrij verval worden ingelaten en krijgen de bemalingsgebieden Van der Graaf, Waarde, Glerum en een deel van Yerseke Moer de beschikking over zoetwater.

Van hoog naar laag

Bij het bepalen van de beste oplossing heeft het ontwerpprincipe ‘zoveel mogelijk van hoog naar laag en van zoet naar zout’ centraal gestaan. Door water van hoog naar laag aan te voeren wordt maximaal gebruik gemaakt van het vrije verval. Zo is minder energie nodig en hoeven minder kostbare gemalen te worden aangelegd. Dit resulteert ook in lagere exploitatiekosten. Door water van zoet naar zout aan te voeren blijft het aanvoerwater zo lang mogelijk zoet en daarmee in een zo groot mogelijk gebied geschikt als beregeningswater voor de landbouw.

Meerwaarde in breder perspectief

Uitbreiden van het zoetwaterverspreidingsgebied naar het gebied Zuid-Beveland-Oost heeft ook in termen van watermanagement en ecologie positieve invloed. In de watergangen ontstaat meer bergingsruimte, waardoor de kans op wateroverlast bij extreme buien afneemt. Door bij het verruimen van watergangen rekening te houden met KRW-doelen kan ook een bijdrage worden geleverd aan de ecologische waterkwaliteit. Een andere meekoppelkans is dat een toekomstig wateraanvoersysteem mogelijk kan worden aangevuld met zoet hemelwater afkomstig van schoon verhard oppervlak.

In praktijk gedragen ontwerp

Tijdens de presentatie van het eindrapport bleken  de lokale agrarische ondernemers enthousiast over het voorgestelde ontwerp en de meerwaarde die het zoetwaternetwerk biedt voor hun (agrarische) ondernemingen. Met het onderzoeksrapport, de uitkomsten en het ontwerp als fundament gaan Waterschap Scheldestromen en ZLTO verder in gesprek met de stakeholders over het vervolg en de kansen voor realisatie.

Deel deze pagina