Gepubliceerd op 07 mei 2020

PFAS crisis als een wake-upcall

Toen de meeste Nederlanders nog nooit van de stofgroep PFAS, de Per- en PolyFluorAlkyl Stoffen, gehoord hadden, stond het bij Martijn van Houten, milieuchemisch ingenieur bij Witteveen+Bos, al met stip in de top tien van stoffen die zeer schadelijk zijn voor ons bodem- en watersysteem. Dat besef werd gedeeld door collega’s van TTE Consultants en Arcadis en resulteerde in 2012 in de oprichting van het Expertisecentrum PFAS. Anno 2020 is er een breed gedragen bewustzijn en gedeelde urgentie om te komen tot de aanpak van PFAS. De uitdaging is het vinden van betaalbare en goed werkende oplossingen.

Nieuwe stoffen
Wat triggerde Martijn van Houten destijds om zich te richten op PFAS? ‘Als milieuchemisch ingenieur was ik bezig met het onderzoeken van de kwaliteit van grond, grondwater of baggerspecie. Daarbij ging het vaak om een lijstje van stoffen dat ‘standaard’ in de bodem zit. Bijna nooit worden in deze onderzoeken stoffen meegenomen die pas sinds enkele decennia gebruikt worden. Terwijl bekend is dat ook deze stoffen negatieve milieueffecten geven. Vanuit mijn persoonlijke drive en mijn rol als milieuprofessional, vond ik dat onderzoek naar deze nieuwe verontreinigingen nodig is.’

Een van deze verontreinigingen is PFAS. ‘Wij zagen wereldwijd veel aandacht voor deze stofgroep’, vertelt Martijn. ‘PFAS hebben handige eigenschappen die ons dagelijkse leven gemakkelijker maken. Ze kunnen tegen hoge temperaturen en zorgen ervoor dat materialen water-, vet- of vuilafstotend worden. Hierdoor worden deze stoffen in veel producten en processen gebruikt, zoals brandblusschuim, verf, pannen, pizzadozen, ski-wax en vlekkenbescherming. Bijna iedereen heeft producten met PFAS in huis.’

Wetenschappelijk onderzoek toont herhaaldelijk aan dat PFAS niet afbreken, maar zich ophopen in het milieu en negatie ve effecten hebben op onze gezondheid, de waterkwaliteit en ecologie. ‘PFAS worden ook wel ‘forever chemicals’ genoemd. De stofgroep is een veelkoppig monster van duizenden verschillende stoffen met ieder een unieke eigenschap. Dat laat zich niet met één aanpak vangen. Het vergt vernuft om de juiste oplossing te vinden voor het wegnemen van PFAS uit ons milieu.’

'PFAS worden ook wel forever chemicals genoemd. De stofgroep is een veelkoppig monster van duizenden verschillende stoffen met ieder een unieke eigenschap. Dat laat zich niet met één aanpak vangen.'

Martijn van Houten

Andere focus
Martijn vervolgt: ‘In het begin bleek het moeilijk om helder uit te leggen dat PFAS ook minder goede eigenschappen hebben en schadelijk kunnen zijn voor onze gezondheid. Bijna dagelijks kwam hierover nieuwe wetenschappelijke informatie. Ik ontdekte dat deze informatie nauwelijks toegankelijk is voor de praktijk, waardoor de wereldwijde zorgen voor deze stoffen in Nederland niet werden gezien.’ Het afgelopen jaar is het besef gegroeid dat deze stofgroep aandacht verdient. Was dit ook de aanleiding voor de PFAS-crisis die medio 2019 ontstond? ‘Nee’, zegt Martijn. ‘Wereldwijd maakt men zich zorgen om PFAS in oppervlaktewater en drinkwater. In Nederland ontstond een probleem met het hergebruiken van grond en baggerspecie toen medio 2019 het beleid hier voor werd aangepast. Onze wetgeving voor hergebruik van grond en bagger is uniek in Europa, maar bleek niet geschikt voor niet-genormeerde stoffen zoals PFAS. Dat realiseren wij ons nu en we zien ook het effect voor bijvoorbeeld het toepassen van grond in diepe zandwinputten. In het geval van een niet-genormeerde stof is bijna niets toegestaan en hier door treedt stagnatie op.’

Preventie
Preventie is volgens Martijn de beste oplossing. ‘Dit is natuurlijk een open deur, maar wat niet in ons milieu komt, hoeft er ook niet uit. Maar preventie werkt niet als effecten van stoffen pas later aan het licht komen, bijvoorbeeld door verbeterde onderzoekstechnieken. Dan moeten andere oplossingen bedacht worden, zoals het wettelijke verbieden van het gebruik van stoffen of het lokaal wegnemen van onwenselijke situaties.’ Bij Witteveen+Bos richten wij ons op beide sporen, geeft Martijn aan. ‘Samen met onze klanten en marktpartijen werken wij aan oplossingen om deze stoffen uit de bodem en uit het water te halen. In deze participatieve ontwikkeling gaan we per situatie onderzoeken wat de best beschikbare, duurzame en betaalbare technieken zijn. Dit maatwerk vraagt om samenwerking in de keten.’

‘Het andere spoor is oplossingen te bedenken om een tweede PFAS-crisis voor te zijn. Dit vraagt om beleidsmatige oplossingen en hiervoor adviseren wij het publieke domein bij het ontwikkelen van een aanpak of werken wij aan nieuw beleid. Dit doen wij bijvoorbeeld in ons POPUP-project.’

POPUP
Witteveen+Bos staat middenin de ontwikkelingen rondom PFAS. ‘Het resultaat van acht jaar nadenken over PFAS, is de algemene erkenning dat het om een erg vervelende stofgroep gaat. Dit staat nadrukkelijk op de kaart. We zijn betrokken bij verschillende technische oplossingen om PFAS uit de bodem te krijgen. Dan doen we zowel op verzoek van onze klanten als ook op eigen initiatief.’

‘Maar we kijken ook verder; hoe kunnen we omgaan met niet-genormeerde stoffen in de bodem en water? Dit doen we in het project genaamd POPUP.  Met dit project werkt een consortium van Arcadis, Bioclear earth, TTE Consultants en Witteveen+Bos samen met eindgebruikers aan stappenplannen waarmee actie kan worden ondernomen als een niet-genormeerde stof of nieuwe verontreiniging zich manifesteert. Deze eindgebruikers zijn provincies, gemeenten, waterschappen en omgevingsdiensten. Ook het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en Rijkswaterstaat werken aan dit project mee. Deze stappenplannen kunnen problemen zoals met PFAS in de toekomst voorkomen.’

Omgevingswet
Martijn vervolgt: ‘PFAS heeft mij veel inzicht gegeven in de wijze waarop wij de afgelopen decennia ons bodembeleid hebben gevoerd en wat hieraan verbeterd moet worden. Het gaat enerzijds om preventief beleid en het handelen van overheden. Met de komst van de Omgevingswet wordt het nog belangrijker om regionale afwegingen te maken en deze ook te kunnen verantwoorden. Dit vraagt om een participatief proces, waarbij alle actoren in de keten betrokken worden. Maar dit vraagt ook om het gebruik maken van kennis en deskundigheid in de keten.’

‘Anderzijds kunnen we niet alles voorkomen. Oplossingen bedenken en deze realiseren blijft nodig. Innovatie moet gestimuleerd worden om technieken te ontwikkelen en kennis te behouden. In ons POPUP-project werken wij verder aan adviezen hiervoor. Dankzij PFAS is deze wake-upcall in Nederland ook aangekomen.’

Deel deze pagina

Meer informatie?

Roel Vleeracker

PMC-leider Environmental Development and Management