Gepubliceerd op 01 juni 2021

Jubileum: 75 jaar Witteveen+Bos

Witteveen+Bos bestaat dit jaar 75 jaar. Een jubileum waaraan we dit jaar op verschillende momenten aandacht besteden. Ter gelegenheid van het 75-jarige bestaan verschijnt er een jubileumboek. Een groot aantal medewerkers en oud-medewerkers werkt mee aan de totstandkoming ervan, onder andere door hun ‘Witteveen+Bos-verhaal’ te doen. We publiceren hieronder alvast een voorproefje uit het boek, waarin enkele medewerkers en oud-directeuren aan het woord komen.

‘Het is nog niet zo evident om een bedrijf te starten in België’, zegt Sofie DePauw, PMC-leider Coasts, Rivers and Cities in Antwerpen. ‘Onze positie is in ontwikkeling. We hebben goede mensen in dienst en zijn erin geslaagd heel grote projecten als Oosterweel te verwerven. We moeten ons onderscheiden en hebben daar destijds onze strategie op aangepast. Omdat er werd getwijfeld aan onze ontwerpkunsten, hebben we juist aansluiting gezocht bij landschapsarchitecten. Op die manier ontstond er alsnog de gewenste samenwerking met de Vlaamse bouwmeesters.’

Sofie DePauw werkt sinds 2011 bij Witteveen+Bos Belgium. De wijze waarop zij de ontwikkeling van Witteveen+Bos in België beschrijft, heeft wel enige gelijkenis met de start van onze oprichters Goosen Bos en Willem Witteveen: vol vertrouwen, energiek en met een ambitieuze agenda begonnen zij in 1946 Witteveen en Bos. De ambitie was volgens Goosen Bos: ‘Wij werken om te helpen dat mensen veilig kunnen wonen’. Hij benadrukte al waar onze eindverantwoordelijkheid ligt: ‘onze verantwoordelijkheid tegenover de maatschappij, waar wij deel van uitmaken.’

A4’tje

Wie bij of met Witteveen+Bos werkt, kijkt niet op van de uitspraak dat onze interne en externe samenwerkingsrelaties zijn gestoeld op vertrouwen. Dat begon al met het het feit dat Bos en Witteveen 75 jaar geleden hun samenwerken aangingen zonder daar bij aanvang een juridisch dichtgetimmerde overeenkomst voor te hebben gesloten. Het A4’tje waarop zij uitspraken ‘alle opduikende problemen in eerlijkheid en overtuigd van elkaar goeder trouw te zullen behandelen’ volstond als basis voor hun jarenlange samenwerking.

Ondernemerschap dat meebeweegt

De ontwikkeling van Witteveen+Bos is een weerspiegeling van de veranderende maatschappelijke uitdagingen. Ondernemerschap dat meebeweegt met de maatschappelijke ontwikkelingen. Het werk bestond in de beginjaren, zo na de Tweede Wereldoorlog, vooral uit het herstellen en uitbouwen van de infrastructuur. De bloei van de economie in de jaren zestig leidde tot verdere industrialisatie, groei van steden en toename van mobiliteit in Nederland.

In de jaren zeventig kwam er veel aandacht voor het milieu. Een belangrijke aanleiding was het rapport van de Club van Rome, dat de wereld wees op de eindigheid van grondstoffen en energie, dus dat we daar als mensheid zuinig en verstandig mee om moesten springen. Ed Koster, in 1967 toegetreden tot de vennootschap, gaf die bezinning handen en voeten: er moesten nieuwe inzichten toegepast worden om de nieuwe uitdagingen aan te kunnen, er waren naast de civiele ingenieur ook andere disciplines noodzakelijk en er moest gewerkt worden aan een integrale aanpak.

PMC-structuur

Om klaar te zijn voor nieuwe uitdagingen is Witteveen+Bos in 1980 in een nieuwe structuur gaan werken en werd de matrixorganisatie ingevoerd. De maten Wim Slijkhuis, Jan Coppes en Jaap van der Graaf oriënteerden zich, met steun en instemming van de andere maten, vanaf 1986 op de beste organisatievorm voor Witteveen+Bos. ‘We zijn van buiten naar binnen gaan redeneren’, vertelt Jaap van der Graaf, die in 1988 voorzitter van de maatschap werd en later directeur van de bv. ‘We concludeerden dat we ons werk doen voor de markt, de samenleving en daar moeten we dus snel en slim op inspelen. Zo kwamen we op de PMC-structuur uit.’

Oud-directeur Harry Webers: ‘Witteveen+Bos is een organisme, bijna letterlijk, met die cellenstructuur. De PMC’s zijn kleine, autonome, zelfstandig ondernemende cellen, die groeien als de markt goed is, die fuseren als het nodig is en die splitsen als ze te groot worden. Dat is de basis van het groeimodel van Witteveen+Bos. In die PMC-structuur is sprake van teamprestaties, vaak in samenwerking met allerlei partners. Het aardige van die structuur en van dat organische is dat deze heel veel ruimte maakt en laat voor mensen: om te ondernemen, om gekke dingen te doen, ruimte om af te wijken. Dat leidt tot heel veel flexibiliteit, maar ook tot creativiteit. Als je ruimte geeft aan mensen, en dat doe je door ze vertrouwen te geven, dan haal je daarmee het beste in ze naar boven. Dat geeft Witteveen+Bos grote slagkracht.’

Via maatschap naar bv: participatiesysteem

Witteveen+Bos is altijd in eigen eigendom geweest. In 1972 werd de structuur van Witteveen+Bos gewijzigd van naamloze vennootschap naar maatschap, waarin iedere maat zijn eigen winkeltje had, elk met een groep van medewerkers. In 1992 volgde de stap van maatschap naar bv. In de jaren ’80 kreeg Witteveen+Bos een meer bedrijfsmatige organisatiestructuur, bewoog in de richting van een normaal bedrijf met een directie, stafafdelingen en werkunits, en de maatschapsstructuur werd daarbij steeds knellender. De maten vonden dat er meer een afspiegeling moest komen van het belang van de medewerkers voor de onderneming en dat deze moesten kunnen delen in het eigendom van Witteveen+Bos.

Jaap van der Graaf: ‘Het idee was dat medewerkers aandelen konden kopen, niet krijgen en daar schrokken sommigen van. Het was geen cadeautje, het was een beetje ondernemen. Er waren mensen die daar nog niet aan toe waren, maar ook velen die enthousiast reageerden. Het was een heel wild proces dat uiteindelijk leidde tot de overgang van maatschap naar bv per 1 januari 1992. Als maatschap verkochten we het bedrijf aan de bv, waarvan de maten zelf weer de eigenaren waren. Het was wel een nieuw bedrijf, alle opdrachten moesten naar de bv omgezet worden, alle klanten werden benaderd en gingen gelukkig mee. We hadden het vertrouwen van de markt.’ Op 1 juli 1992 is een deel van de aandelen verkocht aan de participanten en is het systeem van aandelenparticipatie tot stand gekomen. Senior partners behielden het grootste deel van de aandelen en daarnaast waren er in toenemende mate een aantal partners en participanten. In de afgelopen jaren is daar de categorie premium partners aan toegevoegd.

Bedrijfscultuur

Veel Witteveen+Bos’ers zeggen dat wat hun bedrijf zo onderscheidt, de bedrijfscultuur is. Dat is iets dat algemeen wordt herkend en ervaren, maar dat tegelijkertijd ontastbaar is en moeilijk te omschrijven. Veel collega’s benoemen het met de term ‘familiegevoel’ of ‘familiebedrijf’. ‘Witteveen+Bos moet je wel echt leren kennen als organisatie’, zegt Matthew Marshall, PMC-leider Gebiedsontwikkeling: ‘Je moet zelf mensen opzoeken, samen willen werken en het beste uit jezelf en je collega’s willen halen. Intrinsieke motivatie, daar begint het mee. Je bent net zo belangrijk als de organisatie. Dan is Witteveen+Bos een warm bad. Je kunt zelf groeien, samen groeien en samen succes hebben.’

Een belangrijke factor voor het bewaren en doorgeven van die bedrijfscultuur is het ‘eigen-kweekprincipe’. Nieuwe collega’s komen doorgaans vroeg in hun carrière, zo niet vers van hogeschool of universiteit in dienst - vaak als projectingenieur- en ontwikkelen zich verder naar nieuwe rollen en posities. Matthew Marshall: ’Ik voer veel gesprekken met nieuwe collega’s en dan gaat het over ‘wat wil je?’, ‘wat zijn je ambities?’. Het systeem is niet bepalend, wat we doen is bepalend. Het goede gesprek voeren is nog steeds actueel. Het helpt vooral jonge collega’s om hun plek te vinden. Ik kan ongelooflijk genieten van de ontwikkeling van jonge collega’s, ze zien groeien.’

En wie zich via een of meerdere, ontwikkelpaden ontpopt tot een waardevolle collega, maakt daarnaast kans op een positie als partner, premium partner of senior partner in het aandelenparticipatieprogramma. Op deze manier wordt het Witteveen+Bos-gevoel je met de paplepel ingegoten en geef je dat ook weer door aan nieuwe generaties.

Deel dit artikel