Gepubliceerd op 12 maart 2018

Bodem- en grondwatersaneringen in India

In oktober 2017 sloot Witteveen+Bos een raamcontract met het Indiase bedrijf Kadam Environmental Consultants (Kadam). Het bedrijf is onderdeel van de Kadam Group en werd in 1981 opgericht door de heer Ashok P. Kadam. Kadam Group heeft inmiddels zo’n 350 werknemers. Het bedrijf wordt tegenwoordig geleid door de twee zonen: Sameer Ashok Kadam en Sangram Ashok Kadam. Sinds 2011 werken Kadam en Witteveen+Bos intensief samen aan bodem- en grondwatersaneringsprojecten in India.

Systeemanalyse
De eerste drie jaren van de samenwerking deden Witteveen+Bos en Kadam voornamelijk projecten gefinancierd door de Wereldbank en de Indiase overheid. Nabij het vliegveld van Hyderabad, in het zuiden van India, saneerden de twee bedrijven samen met Tauw en Cowi een sterk vervuild meer. Het meer was roodgekleurd door industriële vervuiling, afkomstig van verschillende fabrieken rond het meer, onder andere textielverfindustrie. Uit interviews met stakeholders werd al snel duidelijk dat eenvoudige sanering geen langdurig resultaat zou opleveren: de aanwezige industrie had geen beschikking over infrastructuur voor verwerking van afval, afvalwater en vervuilde grond en zou dus ook in de toekomst alles wederom in het meer moeten dumpen. Sangram Kadam: ‘We hebben toen de Wereldbank aangeraden het project te wijzigen: eerst de aanleg van de infrastructuur voor de industrieën rond het meer realiseren, daarná pas de sanering zelf. Witteveen+Bos heeft toen een ontwerp gemaakt voor een zuiveringsinstallatie die ook industrieel afvalwater kan behandelen. Dus éérst een systeemanalyse, nadenken in de lokale context, dán een ontwerp. Ook is er veel actieve participatie door belanghebbenden geweest. We hebben een extra inspanning gedaan om de duurzame ontwerpprincipes in het project in te brengen’.

Innovatie en wetgeving
Een ander Wereldbank-saneringsproject voerden de twee bedrijven ook uit in samenwerking met Tauw en Cowi. Dit betrof de ontmanteling en sanering van een afvalstortplaats in Kadapa in Andhra Pradesh. Daarbij is organisch materiaal uit de stort zelf (her)gebruikt voor het aanbrengen van de leeflaag. Het project heeft daarmee in India een innovatieve ontwikkeling in gang gezet. Sangram Kadam: ‘Witteveen+Bos heeft de afgelopen zes tot zeven jaar veel geïnvesteerd in saneringsprojecten in India. We werken nu echt als een integraal team waarbij kennis van lokale omstandigheden en internationale ervaring elkaar perfect aanvullen. Dat is uniek in mijn werkervaring met internationale bedrijven. Kadam heeft van oudsher haar klanten vooral onder private partijen binnen de industriële sector: havens, olie- en gas, mijnbouw, cement, energie, (petro)chemische industrie en raffinaderijen. Samen met Witteveen+Bos hebben we veel moeite gedaan om een goede positie op te bouwen voor bodem- en grondwatersaneringen in India. De tijd is gekomen om onze kennis en ervaring in de private sector toe te passen. Op dit moment adviseren wij de Indiase regering over wetgeving op het gebied van bodem- en grondwatersanering. Als deze wetgeving straks een feit is, zal het werk in deze sector enorm toenemen’.

DOP’s in India
De duurzame ontwerpprincipes van Witteveen+Bos worden, bewust of onbewust, ook in India toegepast. Sangram Kadam: ‘Kadam betrekt altijd belanghebbenden en omwonenden bij saneringen. Daarnaast kijken we naar de opties voor hernieuwbare energie in saneringsprojecten: er is immers meer dan genoeg zon in India! Wat betreft maatschappelijk ontwerp hebben we in het Kadapa-project voor een aantal waste pickers (mensen die leven op en van de vuilstortplaats) banen gecreëerd in onderhoud van de stortplaats. In opdrachten voor private partijen proberen we in-situ bodem- en grondwatersaneringen toe te passen. Dat bespaart de helft van de projectkosten. Een arm land als India kan zich geen dure saneringen veroorloven. De lijst van nu bekende verontreinigde terreinen telt 330 sites. Het is het topje van de ijsberg; voorlopig is er genoeg werk te verrichten in bodem- en grondwatersanering in India’.

Deel deze pagina